Trends

‘We moeten onze democratische spieren beter trainen’

Eva Rovers over democratie en woningbouw

  4 minuten leestijd

Bouwen is bij uitstek een activiteit die verschillende generaties raakt. Hoe geef je ook toekomstige generaties een stem in de planvorming? Eva Rovers, directeur van Bureau Burgerberaad, heeft daar wel ideeën over.

Rovers is cultuurhistoricus en schreef met veel plezier een aantal biografieën. Ze was altijd al betrokken bij maatschappelijke kwesties als klimaat en mensenrechten. ‘Maar het was altijd iets voor naast m’n werk. Meelopen in demonstraties, petities tekenen, dat soort dingen. Vrijblijvend betrokken.’

De hete zomer van 2016 bracht daar verandering in. ‘Klimaatrecords all over the world, de opkomst van Trump, de Brexit; ik had het gevoel dat ik méér moest doen, dat individuele acties niet genoeg zoden aan de dijk zetten.’ Rovers verdiepte zich in effectief gedrag en schreef Practivisme, handboek voor heimelijke rebellen. ‘We zullen de grote thema’s als collectief moeten aanpakken, maar die gezamenlijkheid zijn we een beetje kwijt. We hebben de zeggenschap over de grote thema’s uitbesteed aan politiek en bedrijfsleven.’

Eva Rovers

Eva Rovers studeerde cultuurgeschiedenis en is biograaf van kunstverzamelaar Helene Kröller-Müller en schrijver Boudewijn Büch. In 2018 verscheen Practivisme, een handboek voor heimelijke rebellen. Ze publiceert in NRC, Trouw en De Correspondent, doet onderzoek voor het Europese Knowledge Network on Climate Assemblies en is medeoprichter van Bureau Burgerberaad.

Meer body

In die tijd maakte Rovers kennis met het fenomeen burgerberaad. ‘Ierland hield een burgerberaad over abortus, waarna de abortuswetgeving werd versoepeld. Zo kan het dus ook, dacht ik: dat mensen meepraten en dan zonder polarisatie tot aanbevelingen komen, veel sneller bovendien dan de politiek.’

En even voor de goede orde: Rovers wil politiek en bestuurders niet buitenspel zetten. ‘Nee, ik wil het begrip democratie meer body geven, zodat wij als inwoners veel meer bijdragen aan besluitvorming. Democratie gaat over de vraag hoe we in gezamenlijkheid beslissingen kunnen nemen en daar zijn veel meer vormen en instrumenten voor dan de vierjaarlijkse stembusgang. We zijn alleen vergeten hoe we onze democratische spieren moeten trainen. Hoe we het constructief met elkaar oneens kunnen zijn.’

Rovers ontdekte in Denemarken een programma om die democratische spieren te trainen. ‘Actief luisteren, empathie, nieuwsgierig zijn naar de ander: als je die “spieren” laat samenwerken, dan kom je minder snel in een welles-nietesdiscussie. Discussies die woningcorporaties regelmatig hebben met bewoners, bijvoorbeeld als het gaat om bouwplannen.’

Democratie kost tijd

Onmisbare ingrediënten in een democratisch proces zijn vroege betrokkenheid en radicale eerlijkheid, aldus Rovers. ‘Betrek bewoners zo vroeg mogelijk in je plannen. Zorg voor een persoonlijke uitnodiging. Een brief op naam, maar liever nog: bellen of langsgaan. Je kunt ook kiezen voor een uitnodiging na gewogen loting, zodat je er zeker van bent dat je publiek een goede afspiegeling is van je bewonersbestand. En laat mensen op een bijeenkomst dan eerst hun gevoelens en ervaringen delen, bijvoorbeeld aan de hand van foto’s of stellingen.’

‘Onmisbare ingrediënten in een democratisch proces zijn vroege betrokkenheid en radicale eerlijkheid’


‘Dat kan rommelig en emotioneel verlopen, maar als de lucht geklaard is, komt er ruimte voor dialoog. Mensen moeten eerst iets kwijt, anders horen ze niks. Omslachtig? Ja, democratie kost tijd.’ Wees ook van meet af aan duidelijk in wat er wel en niet veranderd kan worden, zegt Rovers. ‘Mensen snappen echt wel dat je hun wensen en ideeën niet 1-op-1 kunt overnemen. Maar eerlijkheid daarover wordt gewaardeerd.’

Babyschoentjes

Toekomstige generaties zitten niet aan tafel, maar ook zij kunnen een stem hebben, vertelt Rovers. ‘Toekomstige generaties willen hetzelfde als wij: prettig wonen in een schone, veilige wereld, in een prettige, sociale omgeving. Maar door onze invulling daarvan in het heden, maken we dat ideaal bijna onmogelijk voor toekomstige generaties. Je móet hun dus een plek geven. Je kunt een lege stoel neerzetten die een toekomstige generatie representeert of een paar babyschoentjes op tafel, maar dat is niet voldoende.’

Een oplossing ligt in Future Design, een manier van besluitvorming die ontwikkeld werd door de Japanse econoom Tatsuyoshi Saijo. Future Design is geïnspireerd op het zeven-generatiesprincipe van de Iroquois uit Noord-Amerika, die zich bij elke beslissing afvragen wat wijsheid is volgens de 7 generaties die vóór hen kwamen en de 7 generaties die na hen komen. 

Heden en toekomst

‘Veel organisaties passen dit principe al toe’, vertelt Rovers. ‘Je nodigt bewoners uit voor 1 of enkele bijeenkomsten, waarbij de deelnemers worden verdeeld in een hedengroep en een toekomstgroep. Vervolgens leg je een vraag aan beide groepen voor, bijvoorbeeld: waar en op welke manier gaan we in onze omgeving bouwen? Beide groepen buigen zich over die vraag, waarbij de toekomstgroep die vraag beantwoordt vanuit de belangen van toekomstige generaties.’

‘Hoe kunnen we het constructief met elkaar oneens zijn?’


‘Dat lijkt vaag en zweverig, maar in de praktijk hebben mensen daar helemaal geen moeite mee. Je zult zien dat de hedengroep weliswaar rechtvaardige plannen ontwikkelt, maar vaak niet veel verder kijkt dan de komende 10 jaar. Ze komen vooral met plannen die snel effect zullen hebben en uitgaan van de huidige situatie. Toekomstgroepen denken veel meer na over fundamentele veranderingen en komen vaker met creatievere plannen, die rekening houden met de kwaliteit van leven in de toekomst.’

Meer vormen

Bouwen en ruimtelijke ordening zijn bij uitstek gebieden waarop corporaties de hulp kunnen inroepen van bewoners, vindt Rovers. ‘Leiden heeft al een Plekberaad gehouden, over de manier waarop mensen in 2060 in de stad kunnen samenwonen en samenleven. Zo’n beraad levert verrassende inzichten op. Als corporatie kun je met bewoners in gesprek gaan over grote maatschappelijke vraagstukken als: hoe bouwen we er 20.000 woningen bij of hoe zorgen we ervoor dat de stad leefbaar blijft?’

‘Je kunt klein beginnen, met een enkele inspraakmiddag. Maar er zijn meer vormen: denk aan online consultatie, dat vinden sommige mensen prettiger. Of denk aan Participatieve Waarde Evaluatie (PWE): een methode om grote groepen bewoners te raadplegen over plannen die nog uitgevoerd moeten worden. Bij PWE zit de bewoner in een online omgeving op de stoel van de bestuurder. In een simulatie krijgt de bewoner allerlei dilemma’s voorgelegd en de voor- en nadelen van de verschillende beleidsopties. Ook bij een burgerberaad maken inwoners talloze afwegingen, waardoor ze inzicht krijgen in de dilemma’s waarmee corporaties te maken hebben. Dat leidt tot meer begrip voor beslissingen die de corporaties en overheden moeten nemen.’

Kortom, er zijn voldoende instrumenten om de democratische fitheid van de samenleving te verhogen. Rovers: ‘Het is net als in de sportschool: het kost tijd en energie, maar iedereen wordt er beter van.’

Tekst: Els Mannaerts, foto: Hans Reitzema

Wil je elk kwartaal Aedes-Magazine in jouw inbox?

Gerelateerde artikelen