Achtergrond

Bedreigt water de ruimte voor woningbouw?

Klimaatverandering en bouwen

  4 minuten leestijd

We moeten meer woningen bouwen in Nederland. Dat kan niet altijd meer daar waar we dat vroeger ‘gewoon’ vonden, door de impact van klimaatverandering op onze waterhuishouding. Hoe houden we droge voeten en maken we tegelijk ruimte voor woningen?

Klimaatverandering maakt het nodig om meer ruimte voor water te maken én om de beschikbare ruimte anders te gebruiken. Dat heeft ook gevolgen voor de woningbouw, schreef de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) dit voorjaar in het advies Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat. ‘Jarenlang waren we gewend dat we het land naar onze hand konden zetten’, zegt Rli-voorzitter Jan Jaap de Graeff. ‘Praktisch alle risico’s werden afgedekt. We zijn nu op het punt gekomen dat we de risico’s van de inrichting van een bepaald gebied zo goed mogelijk moeten inschatten en vervolgens moeten afwegen in hoeverre we die willen lopen.’

De overstromingen bij Valkenburg in 2021 zijn een duidelijk voorbeeld van een situatie waarop we niet waren voorbereid’, zegt De Graeff. ‘Tegelijkertijd hebben we met het grootschalige project Ruimte voor de Rivier ons de afgelopen jaren wél goed voorbereid op bijvoorbeeld overstromingen van de Maas.’

‘Water en bodem sturend’

Woningbouw in uiterwaarden die regelmatig overstromen, is niet slim. Daarover is iedereen het wel eens. Maar wat te doen in gebieden die misschien pas over 15 of 20 jaar te maken krijgen met wateroverlast? Voormalig minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat legde eind 2022 vast dat ‘water en bodem sturend’ moeten zijn bij vraagstukken van ruimtelijke ordening. Een belangrijke brief, vinden zowel De Graeff als Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen (UvW).

Rogier van der Sande

Rogier van der Sande
Voorzitter van de Unie van Waterschappen

‘Het water- en bodemsysteem moet de tafel zijn waarop we de ruimtelijke puzzel leggen’


Van der Sande: ‘Met die brief van Harbers zijn we goed op weg. Maar beleid is nog niet afdwingbaar. Daarvoor moet het worden vertaald in regels. We hebben in Nederland een ingewikkelde puzzel te leggen in de schaarse ruimte. We willen ruimte voor woningen, landbouw, natuur, industrie, energieopwekking. Nu zie je vaak dat water en bodemsysteem een puzzelstukje zijn, terwijl het de tafel moet zijn waarop we die puzzel leggen. Om zo te zorgen dat we toekomstbestendige woningen bouwen.’

Van der Sande haalt het voorbeeld aan van de Gnephoekpolder bij Alphen aan den Rijn. ‘De gemeente wilde daar 10.000 woningen bouwen, de provincie liefst nul. In overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland – waarvan ik dijkgraaf ben – zijn provincie en gemeente uitgekomen op 5.500. Een waterschap neemt geen besluiten over woningbouw, maar kan wel aangeven waar het vanwege een te lage bodem of te slappe veengrond niet verantwoord is om woningen te bouwen. En waar dat wél verantwoord is.’

Hoe weet je waar je wel en niet kunt bouwen? Het ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving helpt bij locatiekeuzes onder andere voor nieuwe woningbouw. Het afwegingskader is gemaakt door het ministerie van IenW samen met BZK.

Voor wie is het risico als er op onveilige plekken tóch wordt gebouwd? De Graeff: ‘Als de overheid vooraf heeft aangegeven tot wanneer mensen daar veilig kunnen wonen en er gaat voor die tijd tóch iets mis, dan ligt het voor de hand dat de overheid de schade compenseert. Naarmate de overheid duidelijker is in het risico, wordt haar aansprakelijkheid kleiner.’

Van der Sande vindt vooral dat overheden – inclusief waterschappen – het zover niet moeten laten komen. ‘We zijn verplicht om als overheden de regie te nemen en verantwoord te bouwen. Daarom is het belangrijk dat de waterschappen aan tafel zitten bij het maken van ruimtelijke keuzes.’

Prioriteit voor drinkwater

Drinkwatervoorziening is een weliswaar klein, maar essentieel onderdeel van de waterhuishouding in Nederland. Hans de Groene, directeur van de vereniging van drinkwaterbedrijven Vewin, is blij dat het kabinet in dezelfde waterbrief van 2023 dat belang heeft erkend. ‘De slag om de ruimte is soms heftig in ons kleine land. Het is goed dat de minister zwart op wit heeft gesteld dat het drinkwaterbelang prioriteit moet hebben in ruimtelijke afwegingen. Dat is ook in het belang van woningbouw, want zonder een goede drinkwatervoorziening hoef je geen woningen te bouwen.’

Hans de Groene
Directeur van Vewin, de vereniging van waterbedrijven in Nederland

‘Het veranderende klimaat maakt de uitdagingen groter voor het waterbeheer en het drinkwater’


Hans de Groene

De capaciteit van de drinkwaterbedrijven komt op de korte termijn niet in gevaar door klimaatverandering, stelt De Groene. Toch wil hij geen ‘al te geruststellende woorden’ spreken. ‘We hebben namelijk wel degelijk een probleem met het vergroten van de drinkwatervoorziening. Dat ligt niet zozeer aan klimaatverandering, maar aan de traagheid van vergunningsprocessen. Voor de langere termijn geldt in z’n algemeenheid wel dat door het veranderende klimaat de uitdagingen voor het waterbeheer groter worden en daarmee dus ook voor het drinkwater.’

Vroeg om tafel

Hoe om te gaan met de risico’s voor de toekomst? Vroege en centrale regie is belangrijk, vinden De Groene, De Graeff en Van der Sande alle 3. De Rli stelt in haar recente advies een ‘waterkalender’ voor, die helpt om te anticiperen op toekomstige risico’s.

De Graeff: ‘Een mooi voorbeeld daarvan is waterschap De Dommel, dat nu al tegen de boeren heeft gezegd dat de zoetwatervoorziening in het gebied na 2030 gevaar loopt. Het waterschap roept boeren op zich daarop voor te bereiden, bijvoorbeeld door hun bedrijfsvoering zodanig aan te passen dat ze minder afhankelijk zijn van zoet water. Het waterschap kan daarbij helpen.’

Jan Jaap de Graeff

Jan Jaap de Graeff
Tot augustus 2024 voorzitter van de Raad voor leefomgeving en infrastructuur

‘Anticiperen op toekomstige risico’s voor woningen’


‘Zo zou het op meer plekken in het land moeten gaan, ook om te kunnen anticiperen op toekomstige risico’s voor woningen. Je kunt bijvoorbeeld duidelijk maken tot wanneer je als waterschap in staat bent om ernstige wateroverlast te voorkomen.’ Van der Sande: ‘Regie in een vroegtijdig stadium is belangrijk, maar niet makkelijk. Daarom moeten er regels komen die die afstemming afdwingen en zorgen voor een gelijk speelveld.’

Voor de drinkwatervoorziening is ook veel winst te halen als we niet alleen werken aan meer productiecapaciteit, maar ook aan zuiniger gebruik, vult De Groene aan. ‘Van grootverbruikers tot burgers, er zijn allerlei mogelijkheden om minder water te gebruiken. Daarmee vinden al pilots plaats. Waterbesparende wc’s en douches zijn al gewoon. Wellicht is er meer mogelijk en kun je bepaalde waterbesparende maatregelen zelfs via het Bouwbesluit mogelijk maken. Uiteraard zonder dat we enige concessie doen aan de volksgezondheid.’

Tekst: Berber Bijma, openingsfoto: iStock/Sjoerd van der Wal (volgelopen uiterwaarden van rivier de Vecht bij Dalfsen in 2022)

Wil je elk kwartaal Aedes-Magazine in jouw inbox?

Gerelateerde artikelen