Column

Ruimte binnen de beperkte ruimte

Vincent Bijlo, cabaretier en schrijver

  1 minuten leestijd

Vincent Bijlo

In het zaaltje waar de wijkvereniging vergaderde, woedde een woedende woordenwisseling over nieuwbouw in de wijk. De wethouder was te gast, ze kwam een toelichting geven op een plan van een projectontwikkelaar, een corporatie en de gemeente.

100 woningen moesten er op een braakliggend terrein komen. Sociale huur, sociale koop, dat bestaat tegenwoordig ook, dat is gewoon koop maar net iets goedkopere koop en nog een paar ‘asociale’ koop: vrijstaand en 2-onder-1-kappers.

Met die asociale koop hadden de wijkbewoners geen problemen, het ging hen om de sociale huur. Met stemverheffing brachten ze hun argumenten in stelling. Die hadden niets te maken met de huismussenpopulatie, ook niet met de stikstof die zou vrijkomen bij de bouw, het waren de sociale huurders zelf die hun zorgen, grote zorgen baarden.

Parkeeroverlast zou er komen, geluidsoverlast ook, de auto’s waarin ze rijden zijn oud en maken veel lawaai. Ze zetten altijd de radio hard aan en schreeuwen om daar bovenuit te komen. Dat de bezwaarmakers harder schreeuwden dan sociale huurders meestal doen, hoorden ze niet.

‘Ze hebben zich heilig voorgenomen ons dorp open en groen te houden’


‘Gisteren’, zei de wethouder, ‘was ik bij een andere wijkvereniging.’ Ons dorp heeft er 4, ‘en daar hoorde ik precies hetzelfde.’ Zij weet niet dat de bestuurders van de verschillende wijkverenigingen over het dossier woningbouw constant contact hebben. Ze hebben zich heilig voorgenomen ons dorp open en groen te houden. Toen zei plotseling iemand iets dat ik al de hele tijd dacht.

‘Maar mensen, wij zijn toch ook jong geweest, verplaats je eens in de woningzoekenden?’ Daar werd boos op gereageerd. Natuurlijk deden ze dat, ze hadden allemaal kinderen, ze kenden de problematiek, er was dringend behoefte aan woningen, er was ruimte genoeg om die te bouwen, maar die ruimte, die lag niét hier. Want hoe moest dat, met de verkeersafwikkeling, met de druk op de voorzieningen die lang niet toereikend waren, met de veiligheid van de schoolkinderen…’

‘We moeten elkaar gewoon wat gunnen’


De wethouder liet het gelaten over zich heen komen. Ik sprak haar na de grote stoomafblazing even. Ze had van de wijkvereniging 400 zienswijzen ontvangen die het bouwproject jaren zouden kunnen doen vertragen. Ze kende de verhalen van collega’s. Ze kende ook de projectontwikkelaars die vanwege de langzame besluitvorming bij andere projecten waren afgehaakt. ‘Dat ligt niet alleen aan deze mensen hier’, zei ze. ‘Het is iets met ons allemaal, het is iets met oog voor elkaar, iets met solidariteit, we krijgen het niet goed voor elkaar het algemeen belang met z’n allen te dienen, iets met egocentrisme en antropocentrisme. Nee, dat is niet elitair, we moeten elkaar gewoon wat gunnen, dat schept ruimte binnen de beperkte ruimte.’

Foto: Werry Crone

Wil je elk kwartaal Aedes-Magazine in jouw inbox?

Gerelateerd