Christopher Baan

Suzanna Lividikou    

Dennis de Vries

Blikopener

Van scheve verhoudingen naar gelijkwaardige dialoog

Eerlijke kansen voor woningzoekenden

  3 minuten leestijd

Een derde van de bouwprojecten van nieuwe woningen loopt vertraging op doordat buurtbewoners bezwaar maken. De gedupeerde woningzoekenden zijn niet verenigd en kunnen zich dus niet verweren. Hoe geven we de woningzoekenden een stem?

Christopher Baan

Christopher Baan

Voormalig programmamanager innovatie bij Woonin, nu dealmaker Agenda Stad bij het ministerie van BZK

‘Het speelveld is nu onevenwichtig’


‘Om het boud te stellen: zittende bewoners houden woningen tegen voor ruim 300.000 woningzoekenden. Zij maken bezwaar omdat ze bezorgd zijn over hun uitzicht, over nieuwe buurtbewoners of de afname van hun WOZ-waarde. Zij voelen duidelijk de urgentie van woningzoekenden niet. En of ze nu inhoudelijk gelijk hebben of niet, ik vind het belangrijk dat de stem van woningzoekenden net zo hard gehoord wordt.’

‘Het speelveld is nu onevenwichtig, omdat woningzoekenden niet georganiseerd zijn en daardoor geen stem hebben. De diversiteit is groot: jongeren die zelfstandige woonruimte zoeken, ouderen die kleiner of gelijkvloers willen wonen, mensen die gaan scheiden. Ze weten elkaar niet te vinden, terwijl ze dezelfde belangen hebben.’

Zeggenschap organiseren

‘Samen met gemeenten en woningcorporaties hebben we ons over de vraag gebogen hoe we dat kunnen veranderen. We zien dat er actie nodig is op een aantal punten: goed inzicht in de data en verhalen van woningzoekenden. Ook moedigen we de dialoog in de wijk onder begeleiding aan tussen woningzoekenden en zittende bewoners. Pas als er onderling begrip is, komt er beweging.’

‘De inzet is meer woningen, maar bovenal sterke woongemeenschappen. Daarvoor zetten we nu de eerste stappen, zoals een tijdelijk-wonen-project in Houten waarover veel maatschappelijke discussie is. En tot slot kan het bestuur veel betekenen: gemeenten kunnen zeggenschap voor woningzoekenden organiseren, door het op te nemen in beleid, zoals de huisvestings- of participatieverordening. Daarvoor is bestuurlijke moed nodig, maar de tijd vraagt erom. De woningzoekenden verdienen een eerlijke kans.’

Suzanna Lividikou

Suzanna Lividikou

Projectleider Jongerenprogrammering bij de Woonbond

‘Jongeren staan altijd achteraan in de wachtrij’


‘Het is belangrijk dat in de wooncrisis ook de jongeren gezien worden, want zij staan altijd achteraan in de wachtrij. Door hun leeftijd hebben ze amper wachttijd kunnen opbouwen en ze verdienen vaak te weinig voor een woning in de vrije sector.’

‘De Woonbond wil dat jongeren een eerlijke kans hebben op een betaalbare woning. Dat betekent dat er in het beslissingstraject meer aandacht moet komen voor deze doelgroep. Dat doen we op verschillende manieren. Zo werk ik nauw samen met jongerenorganisaties zoals Nationale Jeugdraad (NJR), CNV Jongeren, FNV Young & United en de LSVb. Gezamenlijk hebben we een brandbrief aan de Tweede Kamer gestuurd over de Wet Betaalbare Huur.’

Rechten van jongeren

‘Nu zetten we ons in om deze wet door de Eerste Kamer te loodsen. Dat activeren doe ik op meerdere manieren: van gesprekken met jongerenorganisaties van politieke partijen en de socialmediacampagne met de hashtag #huuristeduur, van webinars tot contacten binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ik ben altijd op zoek naar jongeren die de barricaden op willen om op te komen voor de rechten van jongeren. Ik werk nu met een groep jonge woningzoekenden samen die als ambassadeurs optreden en ook als kennisbank fungeren. Want wie kan het verhaal beter vertellen dan de jongeren die zelf met het probleem zitten?’

Dennis de Vries

Dennis de Vries

Wethouder in Utrecht (portefeuille Wonen)

‘De woningzoekenden moeten eigenlijk voor zichzelf opkomen’


‘Behalve in het stadskantoor werk ik ook veel ín de wijken en spreek dus vaak bewoners en woningzoekenden. De verhalen van woningzoekenden zijn vaak schrijnend: van mensen die al tijden bij vrienden op de bank slapen tot aan mensen die onderdak bieden aan hun volwassen zoon en kleinkind.’

‘Ik ben wethouder voor alle Utrechters, dus van de zittende bewoners én van woningzoekenden, en ik zie dagelijks hoeveel verschillende politieke belangen er zijn. In een grote en volle stad als Utrecht gaat het vooral om verdichten en vaak betekent dat de hoogte in. Ik snap de boosheid van inwoners met bezwaren tegen hoogbouw, maar ik ben er ook voor de woningzoekenden, de vaak ongehoorde stem, de mensen die heel graag in die torens willen wonen.’

Bond voor woningzoekenden?

‘Maar eigenlijk moeten de woningzoekenden voor zichzelf gaan opkomen en de dialoog aangaan. Dat gebeurt natuurlijk al her en der. Zo zijn er Woonprotest Utrecht en Stichting GOUD die de belangen behartigen en de barricaden opgaan. Vaak wordt er naar de overheid gekeken, of naar mij: waarom richten jullie geen landelijke bond op voor woningzoekenden? Maar dat is niet mijn taak. Niet omdat ik dat niet wil, maar zo’n organisatie moet onafhankelijk zijn en namens zichzelf spreken. Uiteraard zal ik dat dan faciliteren en organiseren, want we moeten samenwerken om ons door de wooncrisis heen te worstelen.’

Bezwaren zijn er om op te lossen, niet om te vertragen. Daarom is Aedes voorstander van het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting. Daarin wordt de behandeltermijn van bezwaren teruggebracht naar 6 maanden in plaats van jaren met beroepsprocedures. Ook vindt Aedes dat de stem van woningzoekende meer gewicht moet krijgen. In het participatie-traject moeten gemeenten ruimte geven aan (vertegenwoordigers van) woningzoekenden, zodat ook hún belangen meewegen.

Tekst: Eline Lubberts, foto’s: Chantal Spieard

Wil je elk kwartaal Aedes-Magazine in jouw inbox?

Gerelateerde artikelen