Fase 2: Onderzoeken
‘Als er een probleem ligt en er zijn tegengestelde belangen, dan zul je moeten proberen om een ander standpunt te begrijpen. Maar je moet ook bereid zijn om je eigen standpunt te onderzoeken.’ Van Rooij weet dat dat gebeurt in een echte dialoog. Dus als jij je verdiept in andermans perspectief, dan kan het niet anders dan dat je je eigen positie ook opnieuw bekijkt.’
‘Het maakt niet zo veel uit welke methode je kiest. Het idee is dat je een gesprek hebt waarin je vragen stelt over het probleem en niet meteen over de oplossing begint. De oplossing veroorzaakt immers juist het conflict. Ga eerst op zoek naar de onderliggende weerstand. Praat niet over de gedwongen verhuizing, maar over het probleem van de tochtige woningen. Hoe ga je daarmee om? Misschien zijn er andere oplossingen mogelijk of verbeteringen in de gekozen oplossing.’
Fase 3: Opvolgen
‘Praten is leuk, maar je moet er wel iets mee doen. Doe je dat niet, dan zal het vertrouwen alleen maar afnemen, in plaats van toenemen.’ Volgens Van Rooij hoeft die opvolging niet te bestaan in dat je precies gaat uitvoeren wat je bewoners gezegd hebben. ‘Het vervolgtraject kan heel breed zijn: je kunt vervolggesprekken starten of bijvoorbeeld gesprekken met mensen die het oneens zijn met je beslissing. Geef de minderheidsstem ook gewicht, zodat die minderheid meer begrip krijgt voor de beslissing. Kijk wat er mogelijk is om toch voor een deel aan de wens van de minderheid tegemoet te komen. Of om de pijn te verzachten.’
‘Als je beslist dat mensen voor 2 jaar hun huis moeten verlaten zodat jij het blok kunt renoveren, dan kun je hen laten meedenken over opties om die 2 jaar zo goed mogelijk te overbruggen. Je kunt hen betrekken bij de oplossingen. Zo krijgen mensen het gevoel dat ze ook zelf aan de knoppen kunnen draaien.’