Trends

‘Eenmaal gebouwd doen we alsof een wijk definitief af is’

Josse de Voogd

  4 minuten leestijd

Er is niet eens zozeer een woningtekort, zegt electoraal geograaf Josse de Voogd. Het probleem zit volgens hem meer in de verdeling. Te veel oudere mensen in eengezinswoningen die decennia geleden gebouwd werden voor jonge gezinnen. En te weinig mogelijkheden om woningen te delen, te verbouwen en te ruilen.

‘Waar vroeger veel middenklassers in sociale huurwoningen woonden, zie je nu dat die inkomensgrens voor sociale huur steeds verder afgekneld is’, zegt De Voogd. ‘Bovendien zijn steeds meer sociale huurwoningen nodig voor mensen met een urgentie: mensen voor wie geen plek is in de maatschappelijke opvang, vluchtelingen met een verblijfsstatus en gescheiden mensen. In de sociale huursector wonen vaak veel verschillende groepen mensen bij elkaar. Hierdoor veranderen buurten die vroeger gemiddeld waren, in wijken waar meer problemen en achterstanden ontstaan.’

‘Op plekken waar veel problematiek samenkomt, zie je een gevoel van sociaal-economisch afgehaakt zijn’


Geen heilige graal

Diversiteit zou de oplossing zijn, of in ieder geval een deel van de oplossing. ‘Maar diversiteit is niet de heilige graal’, stelt De Voogd. ‘Natuurlijk, op plekken waar veel – te veel – problematiek samenkomt, zie je verloedering ontstaan of jeugdcriminaliteit, een gevoel van sociaal-economisch afgehaakt zijn. Dat vertaalt zich dan weer in politiek afhaken.’

‘Maar dergelijke wijken op de schop nemen om de woningen te verbeteren – en daarmee vaak duurder te maken – is niet altijd de oplossing. Want samen met de woningen verandert dan ook de sociale coherentie, die er vaak is tussen de oudere bewoners van zo’n wijk.’

Josse de Voogd -foto: Sander Heezen

Josse de Voogd, opgeleid als antropoloog, is onderzoeker en publicist op het raakvlak van ruimte, politiek en samenleving. Hij publiceert regelmatig over de geografie van het stemgedrag en over toenemende verschillen in de samenleving.
Hij schreef onder meer de Atlas van Afgehaakt Nederland, waarin hij samen met historicus René Cuperus onderzoekt hoe maatschappelijke verschillen tussen mensen neerslaan op de ‘electorale kaart’ van Nederland.
Zie ook de website van Josse de Voogd voor informatie over zijn andere publicaties.

De was buiten

De Voogd is aanhanger van het credo van Maarten van Poelgeest, voormalig wethouder huisvesting in Amsterdam: homogene straten in heterogene buurten. ‘In projecten waar kopers en huurders samenwonen zie je ergernissen ontstaan, bijvoorbeeld doordat de bewoners anders tegen de woningen aankijken.’

‘De huurders hangen de was buiten, de kopers vinden dat geen gezicht. Of de kopers willen meer zelf doen aan de gemeenschappelijke ruimtes, maar de huurders hebben daar geen zin in, want voor hen maakt dat in de servicekosten niks uit. In homogene straten in heterogene buurten zullen die ergernissen minder zijn, terwijl je toch ook mensen van buiten je eigen bubbel ontmoet. Je hoeft alleen niet dagelijks met elkaar te dealen.’

Lobby en lef

Rijst de vraag hoe je dergelijke wijken op poten zet. ‘Ik weet dat corporaties strijd moeten leveren, met gemeenten, met ontwikkelaars. Wil je sociale huurwoningen neerzetten in een rijke gemeente, dan is er altijd gedoe. En heb je grond in een minder rijke buurt, dan is die grond alsnog duur en wil je er niet te weinig huizen neerzetten, want dan voldoe je niet aan je maatschappelijke opgave.’

‘We kunnen best wat regels loslaten’


‘Je moet als corporatie je lobbykracht vergroten, maar er zal altijd strijd zijn. Kijk dus vooral naar de mogelijkheden binnen je eigen voorraad. Als een woning leegkomt, wijs je die dan meteen toe aan een nieuwe huurder of ga je er iets mee doen? Je kunt er ook een verdieping bovenop zetten, zodat er 2 woningen ontstaan. Of een bestaande woning opdelen in appartementen.’

In andere landen is dat veel gebruikelijker, vertelt De Voogd. ‘Daar is veel meer toegestaan. Natuurlijk wil je niet zo’n verrommeld landschap als in België, maar we kunnen best wat regels loslaten. Waarom moet je op elke dakkapel een welstandscommissie loslaten? Geef corporaties meer ruimte.’

Wegwerpwijken

‘Wij doen alsof een plek definitief af is als ’ie gebouwd is, maar de bevolking verandert. Als kinderen 15 jaar in een nieuwbouwwijk wonen, zijn ze helemaal niet meer geïnteresseerd in de gemeenschappelijke zandbak. Dan past de inrichting van zo’n wijk niet meer bij de samenstelling en krijg je wat ik “wegwerpwijken” noem: buitenwijken vol hangjeugd. Een ander type wijken past beter bij de behoeften van die jeugd.’

‘We bouwen nog steeds alsof het 30 jaar geleden is’


‘Door verdichting van de bestaande bebouwing kun je wijken creëren die beter passen bij een andere levensfase dan die van een jong gezin, maar ook daarvoor zullen we regels moeten loslaten.’ We bouwen nog steeds alsof het 30 jaar geleden is, vindt De Voogd.

‘Rijtjeshuizen met een speelplein en een wipkip. Maar er zijn veel meer alleenstaanden en door toegenomen flexibilisering van arbeid hebben mensen andere en wisselende inkomenspatronen. Op veel plekken kun je op de kop van een rij 2 appartementen toevoegen. Dáár is behoefte aan. Je kunt als corporatie ook woningen kopen in koopwijken en die dan in de verhuur doen.’

‘Met de huidige woningprijzen is dat misschien wat hoog gegrepen. Maar behalve regels kunnen we denk ik ook iets meer onze gereglementeerde benadering van ruimtelijke ordening loslaten.’

Administratief circus

Wat corporaties en gemeenten ook meer moeten loslaten zijn de strikte regels en de enorme bureaucratische rompslomp bij woningruil. De Voogd deed zelf ooit mee aan een driehoekswoningruil, maar voor hij zijn nieuwe woning kon betrekken, stroomde er heel wat water door de Rijn.

‘Het begint er al mee dat je moet weten dat het kan en dan moet je zelf ruilkandidaten vinden. Daarna begint het administratieve circus. Ik snap best dat het gedoe is, maar het faciliteren van woningruil kan bijdragen aan een veel betere verdeling van bewoners over passende huizen. Richt dat dan een beetje beter in. Denk in oplossingen.’

Woningcorporaties staan voor leefbare wijken waar mensen prettig kunnen wonen. Daarbij werken ze samen met lokale partners als de gemeente, welzijn, zorg maar ook de politie.
Lees op Aedes.nl meer over het onderwerp Leefbare en veilige wijken.

Tekst: Els Mannaerts, foto: Sander Heezen

Wil je elk kwartaal Aedes-Magazine in jouw inbox?

Gerelateerde artikelen