‘Een ingewikkelde puzzel, maar we kunnen ’m leggen’
Liesbeth Spies, voorzitter
2 minuten leestijd
Ruimtelijke ordening is een veelomvattend thema. Er komt ongelofelijk veel kijken bij de inrichting van een klein land waar 18 miljoen mensen moeten wonen. Een ding staat vast: corporaties willen medebepalend zijn bij de inrichting van Nederland. Zij hebben een cruciale rol in hoe mensen samenwonen. Een goede woning is meer dan een dak boven je hoofd: het is de basis voor een goed en gezond leven.
De woningnood eist dat we het komende decennium 1 miljoen nieuwe woningen bouwen. Er verandert demografisch veel. We vergrijzen, blijven langer leven en trekken veel mensen van buiten die hier komen werken. De puzzel om onderdak te bieden aan al deze mensen met veranderende woonwensen is ingewikkeld. Maar we kunnen ’m leggen.
Een beetje relativeren kan dan soms geen kwaad: ‘slechts’ 13% van Nederland is bebouwd. Met 1% extra ruimte voor woningen kun je voor heel veel mensen het verschil maken. Corporaties zetten in op efficiënt gebruik van schaarse grond met oog voor gezondheid en het creëren van gemengde wijken waar mensen met verschillende achtergronden samenwonen.
‘Woningcorporaties zetten een stap naar voren en doen van het begin af aan mee in ruimtelijke planvormingsprocessen’
De nadruk ligt op binnenstedelijk bouwen dichtbij voorzieningen en infrastructuur. Maar ook buitenstedelijk is het nodig dat er grootschalige woningbouwlocaties komen. We bouwen voor de grote behoefte aan betaalbare huurwoningen. Vaak zijn dat kleinere woningen die (ook) voor senioren geschikt zijn. Daarbij willen corporaties meer en meer bouwen uit de fabriek: gestandaardiseerd, modulair, circulair en goedkoper.
Dus zetten woningcorporaties een stap naar voren door van het begin af aan mee te doen in ruimtelijke planvormingsprocessen. Het samen bouwen aan gemeenschappen waarbij 30% sociale huur de norm is, vraagt een actieve betrokkenheid vanaf de start. Afwachten welk stuk grond voor dit doel beschikbaar komt is verleden tijd. Bouwen aan een toekomstbestendig Nederland kan alleen met een krachtige inzet vanuit de volkshuisvesting. Wel zal het Rijk moeten bijspringen, bijvoorbeeld waar het gaat om infrastructuur. Alleen dan kunnen we tempo maken en de woningen bouwen waar zoveel mensen op wachten.
Ook het aanpassen van bestaande woningen vraagt een visie op de toekomst. Woningen kunnen gesplitst of opgetopt worden en allemaal moeten ze steeds energiezuiniger worden. De ruimtelijke ontwikkeling moet rekening houden met de energietransitie en de aanpak van hittestress. Voorkomen van nog meer funderingsschade kan door woningen op de goede plaatsen te bouwen. De puzzel is ingewikkeld maar we kunnen ’m leggen. Consistent rijksbeleid met heldere keuzes gaan ons daarbij helpen.
Corporaties en ruimtelijke ordening
Corporaties beheren samen bijna een derde van de woningvoorraad in Nederland, met grote gemeentelijke en regionale verschillen. Daarmee hebben ze een grote rol en verantwoordelijkheid in hoe wij als burgers willen samenwonen in ons dichtbevolkte land.
Het maakt dat corporaties medebepalend willen zijn in vraagstukken van ruimtelijke ordening en stedelijke planning. Zeker waar het gaat om wonen in samenhang met de ontwikkeling van voorzieningen zoals openbaar vervoer, zorg- en welzijn, recreatie en winkels.
Lees de standpunten over ruimtelijke ordening van de woningcorporaties op Aedes.nl.