Column

Stroef

Vincent Bijlo, cabaretier en schrijver

  1 minuut leestijd

Vincent Bijlo

‘Weet jij’, vroeg ik aan de man die net had geroepen dat Nederland vol is, ‘hoeveel procent van ons land bebouwd is?’ We zaten in een zaaltje bij een politieke avond over woningbouw. Het ging er hard aan toe.

Iedereen wilde dat er gebouwd werd, maar niemand wilde woningen in zijn of haar buurt. Iemand stelde voor om in de dorpskernen de hoogte in te bouwen: tot acht- of negenhoog, zodat je het groen kon sparen. Anderen keerden zich daar tegen: het dorpse karakter moest behouden blijven. Maar ook zij wilden niet in het groen bouwen.

‘Ondergronds bouwen, dat zou de ideale oplossing zijn: starters- senioren- en sociale huurholen’, opperde ik. Niemand lachte. Humor is een vijand van discussies waarin absolute waarheden over tafel vliegen.

‘Het kan gewoon niet, Nederland is vol.’ Er viel een stilte en toen vroeg ik het dus: ‘Weet jij hoeveel procent van Nederland bebouwd is?’ – ‘Meer dan de helft’, zei de man, ‘en dan druk ik me nog voorzichtig uit.’ – ‘15%’, zei ik. Ik had toevallig ’s middags op de website van het CBS gekeken. ‘En weet jij hoeveel procent er in Nederland bebouwd is als er 1 miljoen woningen bijgebouwd zouden worden? 16%. Dus Nederland is niet vol. Het lijkt soms vol, als je met z’n allen, dag na dag na dag in de file staat. Als je ziet hoe het verrommelt, hoe iedereen maar wat doet. Er is geen samenhang. Er is geen lokale en geen regionale visie en geen landelijke visie op hoe we onze omgeving leuk, mooi en handig kunnen inrichten.’

‘Dus Nederland is niet vol’


Dat is natuurlijk niet helemaal waar. Ik ken prachtige, grootschalige nieuwbouwplannen die wel degelijk verwezenlijkt gaan worden. Maar ik dacht: ik stel het even scherp. Het stoort me namelijk dat alles hier zo stroef gaat. We weten dat er heel veel mensen woningen nodig hebben, dat vinden we allemaal ook heel urgent. Maar er zijn altijd andere dingen die nog urgenter zijn. En dan gaat men maar wat roepen.

‘Het stoort me dat alles hier zo stroef gaat’


Er is ruimte, maar mensen kijken niet verder dan hun eigen neus lang is. En daarom zei ik, op die avond: ‘Hee, heb zin in de toekomst, kijk om je heen, voel de wind, de zon, de regen en denk: Nederland is eigenlijk al bijna 25 jaar demissionair. Kom op, we gaan het opnieuw inrichten en we gunnen iedereen een mooie plek om te wonen.’

Men vond mij een luchtfietser en sloot zich weer op in het benauwde huis van het eigen gelijk. Maar … ik had wel het laatste woord. ‘In gelul kun je niet wonen’, riep ik. Toen gingen we borrelen.

Corporaties en ruimtelijke ordening
Corporaties beheren samen bijna een derde van de woningvoorraad in Nederland, met grote gemeentelijke en regionale verschillen. Daarmee hebben ze een grote rol en verantwoordelijkheid in hoe wij als burgers willen samenwonen in ons dichtbevolkte land.
Het maakt dat corporaties medebepalend willen zijn in vraagstukken van ruimtelijke ordening en stedelijke planning. Zeker waar het gaat om wonen in samenhang met de ontwikkeling van voorzieningen zoals openbaar vervoer, zorg- en welzijn, recreatie en winkels.
Lees de standpunten over ruimtelijke ordening van de woningcorporaties op Aedes.nl.

Foto: Werry Crone

Wil je elk kwartaal Aedes-Magazine in jouw inbox?

Gerelateerd