Trends

‘Je kunt het wel ontwikkelen, niet ontwerpen’

Hoogleraar Sandra Schruijer over samenwerken

  5 minuten leestijd

De doelen uit de Nationale Prestatieafspraken volkshuisvesting vragen samenwerken van corporaties onderling en met diverse andere partijen. Maar het zijn uiteindelijk niet de organisaties die samenwerken, zegt hoogleraar organisatiewetenschap Sandra Schruijer. ‘Het zijn de mensen die het doen. En dat is geen vanzelfsprekendheid.’ Waar kan het misgaan in de groepsdynamiek?

‘Samenwerken gaat over werken met verschil en daarop voortbouwen. Verschil is het vertrekpunt’, aldus Schruijer. ‘Juist vanwege het verschil en de onderlinge afhankelijkheid gaan partijen samenwerken om op die manier iets te realiseren wat ze niet alleen kunnen. Samenwerking ga je aan als de ene partij iets te bieden heeft dat van waarde is voor de andere partij en andersom. En het gezamenlijke doel moet in voldoende mate de belangen van beide partijen dienen.’

Ieder geeft eigen invulling

Het begrip samenwerking wil Schruijer graag eerst definiëren. Uit een groot aantal simulaties en uit haar praktijkervaring als adviseur, blijkt namelijk dat ieder daaraan een eigen invulling geeft. ‘Voor sommige mensen is het niets anders dan een vorm van autonoom werken, toevallig op dezelfde plaats en op dezelfde tijd.’

‘Anderen zien samenwerken als een afwezigheid van competitie, en zo zijn er nog meer opvattingen. Maar nogmaals: samenwerken is een middel ten dienste van een gemeenschappelijk doel, waarbij ook de belangen van de individuele deelnemers in voldoende mate behartigd worden.’

Sandra Schruijer

Hoogleraar Sandra Schruijer studeerde onder meer psychologie. Ze is hoogleraar organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht en doet onderzoek naar de sociale dynamiek van interorganisationele samenwerkingsrelaties. Ze is geïnteresseerd in hoe organisaties omgaan met een diversiteit aan belangen, identiteiten en perspectieven, en hoe vertrouwen tussen organisaties kan worden opgebouwd.

Verschil omarmen

Samenwerking is complex. Je start zonder vertrouwen, zegt Schruijer, de gezagsverhoudingen liggen nog open. Soms krijgen deelnemers in een openingssessie de vraag om over hun eigen schaduw en die van hun organisatie heen te springen. Maar samenwerking gaat over 2 dingen: het gemeenschappelijke doel én de eigen organisatiebelangen.’

‘Of er is als start een gezamenlijke heisessie om vertrouwen op te bouwen. Valkuil is dan dat het niet over de gezamenlijke taak gaat. Je ontwikkelt de relatie juist door het aangaan van de samenwerkingstaak, via de inhoud. En “aangaan” betekent: het verschil omarmen. Dat kost tijd en moeite, want dat is niet vanzelfsprekend. Het is wel spannend.’

‘Vertrouwen ontwikkel je via de weg van de inhoud’


Vertrouwen als sleutel

Geen heisessie dus, maar aan tafel. ‘Daar worden mensen vervolgens geconfronteerd met een aantal kenmerken van samenwerken tussen organisaties waar ze ongemakkelijk van worden.’ Om te beginnen is daar de diversiteit. ‘Je zit met een diversiteit van onbekenden aan tafel. Zij representeren de verschillende organisaties – elk met hun eigen belangen en identiteiten. Dat leidt tot een wij-zij-denken.’

‘Er is sprake van meerduidigheid: er is (nog) geen baas, maar wel behoefte aan structuur. Mensen gaan vaak overstructureren om die meerduidigheid kwijt te raken. Of roepen om een sterke leider en dan springt er altijd wel iemand in dat gat, aan wie je vervolgens vastzit. Deze situatie kan ook leiden tot stereotyperingen: mensen willen nu eenmaal duidelijkheid over ieders plek in de structuur.’

‘Als het simpel was, ging je wel alleen aan de slag’


‘En dan is er nog de complexiteit van de samenwerking. Nu werk je ook vaak samen op complexe vraagstukken. Want als het simpel was, ging je wel alleen aan de slag. De worsteling met die complexiteit kan leiden tot vroegtijdige versimpeling van het probleem en te snel op zoek gaan naar “de” oplossing.’

Niet de hei op

Als je de uitdagingen zo op een rij zet, zou je bijna niet meer aan samenwerken durven beginnen. Schruijer: ‘Samenwerken roept spanning op en daar houden mensen niet van. Zeker niet als er veel spanning is. Gelukkig zijn er methodes om die spanningen te leren verdragen en gezamenlijk een klimaat te ontwikkelen waarin deelnemers het gesprek durven aangaan. Waarin ze met behoud van eigenheid het probleem durven onderzoeken en de onderlinge verbinding kunnen ontwikkelen.’

De basisvoorwaarde voor dat klimaat is vertrouwen. ‘Vertrouwen ontwikkel je via de weg van de inhoud’, zegt Schruijer. ‘Je hoeft dus niet de hei op, maar je moet wel de tijd en ruimte nemen om de relatie te ontwikkelen. Dus mensen niet meteen afrekenen op wat ze in het begin nog niet duidelijk kunnen formuleren. Of op dat ze nog niet het achterste van hun tong laten zien.’

‘De kwaliteit van de relatie is maatgevend voor de kwaliteit van de inhoud. Dus probeer het echte gesprek aan te gaan, draai er niet omheen. Durf te accepteren dat er nog geen vertrouwen is, kijk mild naar de andere deelnemers en stel je oordeel uit. En sta af en toe stil om elkaars binnenwereld te peilen.’

Risicootjes nemen

Werken aan vertrouwen gaat stapje voor stapje. Schruijer: ‘Je kent het gezegde: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Langzaamaan dus. Maar je moet af en toe wel kleine risicootjes nemen in het aangaan van verschil. Je maakt een afspraak met de ander en je verwacht dat die nagekomen wordt. Door de tijd heen kun je steeds belangrijkere afspraken maken, omdat je geleerd hebt dat die ander doet wat je verwacht. En vice versa, uiteraard. Samenwerking kun je ontwikkelen, niet ontwerpen.’

‘Luister naar je eigen knaagjes: de dingen die raar voelen’


Het helpt als samenwerkingspartners zich ervan bewust zijn dat er als vanzelf een groepsdynamiek ontstaat, waarmee ze moeten dealen en waarin ieder een eigen rol heeft. ‘Werk je samen realiseer je dan dat de deelnemers niet alleen cognitieve poppetjes zijn, maar mensen met emoties en gevoelens. Net als jijzelf trouwens. En dat die emoties en gevoelens dus een rol spelen bij de inhoud.’

‘Dat het belangrijk is om te luisteren naar je eigen “knaagjes”: de dingen die raar voelen als je rond de tafel zit. Want die knaagjes kunnen helpen om te begrijpen wat er aan groepsdynamiek speelt. Ze kunnen je aanzetten tot een interventie om die dynamiek samen te gaan begrijpen.’

‘Wie dat te ingewikkeld vindt, kan hulp zoeken bij een procesbegeleider. En wie meer houdt van het credo geef mij geen vis, maar leer mij vissen, kan een procesadviseur te hulp roepen. Die kan deelnemers competenties aanleren om het proces zelf te stroomlijnen.’

Gemotiveerd om samen te werken

Stereotypering, pussyfooting (omzichtig te werk gaan), machtsspelletjes, Poolse landdagen: het komt allemaal voorbij in het gesprek over samenwerking. Je zou er moedeloos van worden. ‘Nee hoor’, zegt Schruijer. ‘99% van de mensen is goedwillend, slim en gemotiveerd om samen te werk.’

‘De condition humaine is dat het aangaan en ontwikkelen van relaties altijd spannend is en dat we spanning het liefst uit de weg gaan. Maar er is ook altijd de wil tot een oplossing. Verandering en ontwikkeling zijn altijd mogelijk. Dat is het goede nieuws.’

Meer lezen over samenwerken? Aedes heeft hierover verschillende handreikingen beschikbaar met tal van praktijkvoorbeelden.

Tekst: Els Mannaerts, openingsfoto: iStock/Jacob Wackerhausen

Wil je elk kwartaal Aedes-Magazine in jouw inbox?

Gerelateerde artikelen