Achtergrond

Eén voor allen, allen voor één

De balanceeract van regionaal samenwerken

  6 minuten leestijd

De opgaven waar corporaties voor staan, vragen om regionaal samenwerken. Onderling én met de gemeenten in een regio. Hoe doe je dat? In de Regio Foodvalley hebben ze daar al een tijd ervaring mee. ‘Als je samenwerkt, staat niet de eigen corporatie centraal, maar de opgave in de regio.’

Corporaties staan de komende jaren voor een grote opgave. Naast het bouwen van een groot aantal sociale huur- en middenhuurwoningen, versnellen corporaties hun investeringen in verduurzaming, worden extra investeringen gedaan in leefbare wijken en dragen ze bij aan betaalbare huren. Regionaal samenwerken ligt voor de hand en gebeurt ook steeds meer. Niet voor niets vraagt de Rijksoverheid om regionale woondeals.

Regionaal samenwerken vraagt van de samenwerkingspartners om een blik die verder gaat dan de eigen, lokale opgave. En om oog te hebben voor de opgaven waar collega-corporaties mee worstelen. Op welke vlakken kunnen corporaties elkaar versterken en met welke partijen moeten ze hoe dan ook om tafel? In Regio Foodvalley werken ze stap voor stap al zo’n 10 jaar samen. Welke ervaringen hebben ze daar met elkaar en met de gemeenten opgedaan?

Blik naar buiten

‘Een blik naar buiten is niet vanzelfsprekend’, aldus Marije Pruis, senior adviseur bij FRAEY. Pruis begeleidt samenwerkingsverbanden van corporaties. Dat begint met het in beeld brengen van de regionale volkshuisvestelijke opgave en de financiële positie van iedere corporatie. De vraag is of elke corporatie haar eigen aandeel in een regio gefinancierd krijgt.

Marije Pruis-Jansen

Marije Pruis
Senior adviseur bij FRAEY

‘Wie het doet, maakt niet uit. Zolang de woningen maar gebouwd worden’


Pruis: ‘Om daar met elkaar zicht op te krijgen, dat vraagt openheid over de begrotingen en de aannames die hierachter liggen. Die fase is cruciaal om tijdig vast te stellen of op termijn een corporatie hulp zal moeten vragen aan collega-corporaties voor haar aandeel. Je kunt zo’n hulpvraag ook voorkomen door tijdig met elkaar het gesprek aan te gaan. Het is een uitdaging, omdat corporaties gewend zijn om vanuit hun eigen organisatie te werken. Als je samenwerkt, staat niet de eigen corporatie centraal, maar de opgave in de regio. Wie het doet, maakt niet uit. Zolang de woningen maar gebouwd worden.’

Meer lezen over samenwerken? Aedes heeft hierover verschillende handreikingen beschikbaar met tal van praktijkvoorbeelden.

Hoe geven corporaties zo’n samenwerking vorm? In de eerste fase kijk je of je samen voldoende middelen hebt om aan de opgave te realiseren. Daarvoor moet je naar elkaar open zijn over de cijfers, zodat de begrotingen beter vergelijkbaar zijn. Gebruikt iedereen bijvoorbeeld dezelfde interest coverage ratio (ICR)?

‘Als je veel verouderde woningen beheert’, meent Pruis, ‘hanteer je misschien een interne ratio van 1,6 in plaats van de voorgeschreven 1,4. Die brengt risico’s eerder in beeld en zorgt zo voor een veiligheidsmarge. Zulke verschillen tussen corporaties wil je liever niet. Als je de ICR voor alle samenwerkende corporaties gelijk trekt en er daardoor organisaties in de problemen komen, dan kun je daarover met elkaar het gesprek aangaan. Hoe kunnen we elkaar helpen?’

~ Lees verder onder de illustratie ~

Illustratie Yoko Heiligers

Langs dezelfde meetlat

Hoe gaat dat samenwerken in de praktijk? Het is niet eenvoudig om elkaar langs dezelfde meetlat te leggen, zegt Trees van Haarst. Ze is directeur-bestuurder van Veenvesters, een van de 8 woningcorporaties die in Regio Foodvalley nauw samenwerken. Als voorbeeld noemt Van Haarst het duurzaamheidsbeleid. ‘De ene corporatie heeft al veel geïnvesteerd in warmtepompen terwijl de andere daar nog mee moet beginnen. In een samenwerking draaien discussies vaak om de vraag : wat wil je nog zelf bepalen en wat lever je in?’

Een groot voordeel is dat de woningcorporaties in Regio Foodvalley al langer met elkaar optrekken. In de afgelopen 10 jaar zag Van Haarst die samenwerking steeds verder groeien. De eerst stap was onderzoeken wat ze in de bedrijfsvoering konden delen. Dat begon met een gezamenlijke auditor. Inmiddels hebben 4 corporaties hetzelfde ERP-systeem, een set geïntegreerde applicaties of modules voor het beheer van de kernbedrijfsprocessen. Veenvesters heeft met een andere corporatie een gezamenlijke concerncontroller. In werkgroepen voor IT, hr, communicatie en control werken ze aan het versterken van de verschillende organisaties. Daarbij komt het aan op de details.

Trees van Haarst
Directeur-bestuurder Veenvesters

‘Het draait om de vraag wat wil je nog zelf bepalen en wat lever je in?’


Trees van Haarst

‘Hoe schrijven we bijvoorbeeld kosten weg in projecten? Wijkregisseurs die met derden programma’s opzetten, worden in de ene begroting als leefbaarheid opgenomen en in de andere als projectontwikkeling. Daardoor heb je verschillende begrotingen. Dat is niet erg. Maar je moet elkaar wel begrijpen. Dat is nodig om in de samenwerking tegenslagen te kunnen oplossen.’

Samen keuzes maken

Deze stappen helpen om ook op strategisch niveau samen te werken, aldus Van Haarst. Zo heeft Regio Foodvalley een bod bij de gemeenten neergelegd voor de bouw van 12.000 sociale huurwoningen. Een van de manieren om de bouwopgave te versnellen is het ontwikkelen van een product-marktcombinatie (pmc), gestandaardiseerde combinaties van woningtypen en bewonersprofielen met een bijpassend woningconcept. Dat vergt samen keuzes maken.

‘Mensen moet het comfort voelen om in de regio samen te werken. Je moet ze eerst laten praten over hun eigen invulling’, merkt Lilian van Zandbrink. Zij werkt als programmamanager regionale samenwerking Regio Foodvalley aan het versterken van de onderlinge verbinding. ‘De ene corporatie heeft meer aandacht voor de esthetiek van woningen. De ander is gewend om met een standaard gevelbreedte te werken. Met welke pmc kunnen ze samen uit de voeten? En waarmee kunnen gemeenten in de regio instemmen?’

Dat is uitdagend, merkt Van Haarst. ‘Gemeenten hebben voor nieuwbouw vaak een eigen beleid met aanvullende wensen. Je moet de wethouders verleiden met een kwalitatief hoogwaardig woningconcept, zodat ze hun eigen wensenlijstje loslaten.’

Lilian van Zandbrink

Lilian van Zandbrink
Programmamanager regionale samenwerking Regio Foodvalley

‘Elkaar kennen is een voorwaarde om samen regionaal op te trekken’


Behalve programmamanager is Van Zandbrink bestuurssecretaris voor de samenwerkende corporaties in Regio Foodvalley. 10 keer per jaar komen de corporatiebestuurders een middag bij elkaar. Een deel daarvan staat in het teken van verdieping. ‘Ik help de verandering richting samenwerken aan te jagen. Elkaar kennen is een voorwaarde om regionaal samen op te trekken. Corporaties worden door de woondeals sowieso verplicht om in een bepaalde regio samen te werken.’

Zo is het samen uitbrengen van een bod vanuit de volkshuisvesting in zo’n woondeal een proactieve stap waar de bestuurders van de samenwerkende corporaties achter moeten staan. Ook het delen van de boekhouding is spannend. Of een directeur het woord laten voeren namens de 7 anderen.

Van Zandbrink: ‘De ene bestuurder is goed in het neerzetten van een visie terwijl de ander misschien beter is in de uitvoering daarvan. Voor bestuurders is het belangrijk te weten van elkaar waar ieders persoonlijke grens in de samenwerking zit. Gun je elkaar die rol? Ik gebruik daarvoor visuele werkvormen. Samen met hen breng ik de feiten en ambities in beeld door het te tekenen. Bestuurders zijn talig en gewend te zenden. Ik stimuleer hen juist om te onderzoeken. Visualiseren helpt om dat wat iedereen bezighoudt, terug te brengen tot de essentie.’

Overtuigen

De balanceeract tussen het regionale en lokale belang vraagt om een diplomatieke benadering, merkt Petra Doornenbal, voorzitter van het overleg van de 8 gemeenten in de Regio Foodvalley. Zelf is ze burgemeester van Renswoude, een kleine gemeente met 5.800 inwoners. ‘De ene gemeente heeft meer sociale huurwoningen dan de andere. Dat betekent dat de gemeente met het lagere percentage een inhaalslag moet maken.’

Petra Doornenbal
Burgemeester van Renswoude

‘Voor een wethouder is het van belang met cijfers onderbouwd de raad te overtuigen’


Petra Doornenbal - fotograaf- Cojan van Toor

Ze merkt dat het ingewikkeld kan zijn, omdat de woningen op het grondgebied van de ene gemeente liggen terwijl het project bij het verzorgingsgebied van een andere gemeente hoort. Doornenbal: ‘En dan ontstaat de vraag: waarom zou je woningen bouwen als de nieuwe bewoners toch allemaal in een andere stad gaan winkelen? Als de animo om te bouwen niet zo groot is, is het belangrijk dat de wethouder een met cijfers onderbouwd verhaal heeft waarmee hij de raad kan overtuigen.’ Als de gemeenten elkaar weten te vinden, dan staan de wethouders sterker naar de gemeenteraden. Het valt Doornenbal niet tegen hoe de 8 gemeenten daarin slagen.

Cultuurverandering

Niet alleen de gemeenten moeten over hun eigen schaduw heen springen. Hetzelfde geldt voor raden van commissarissen (RvC) van de woningcorporaties. Hoewel is vastgelegd dat de RvC ook toezicht houdt op de volkshuisvestingsopgave – dus verder kijkt dan wat je zelf als corporatie doet – is voor hen de regionale blik nog niet vanzelfsprekend. Zelfs als alle seinen op groen staan, kan de RvC zijn veto uitspreken. Daarom organiseren de corporaties in Regio Foodvalley een jaarlijkse bijeenkomst voor alle commissarissen.

Dat is illustratief voor de cultuurverandering die gaande is, aldus Van Haarst: ‘Je neemt iedereen mee in de meerwaarde van samenwerking. Dat voelt in eerste instantie als tegen de stroom in zwemmen. Corporaties zijn gewend om het lokale belang te dienen. Het is best lastig om tegen een wethouder te zeggen: we volgen de regionale visie in plaats van de lokale visie. Dat je die strategie als corporaties samen uitdraagt naar gemeenten is winst. We zijn op weg naar succes.’

Scherpte in samenwerking
Er is woningcorporaties veel aan gelegen om de gezamenlijke volkshuisvestelijke ambities uit de Nationale Prestatieafspraken (NPA) op lokaal en regionaal niveau te realiseren. Die Prestatieafspraken zijn in december 2024 herijkt en ondertekend door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Aedes en het Rijk. De nieuwe afspraken kwamen tot stand om meer scherpte te brengen in de onderlinge samenwerking om de doelen te halen.
Lees er meer over bij het onderwerp Nationale Prestatieafspraken op Aedes.nl.

Tekst: Peter Steeman, illustratie: Yoko Heiligers

Wil je elk kwartaal Aedes-Magazine in jouw inbox?

Gerelateerde artikelen