‘We wilden alles beheersen, je moet juist loslaten’
6 minuten leestijd
Aandachtsgroepen heten ze in het beleidsjargon. Mensen die vanwege de begeleiding of zorg die ze nodig hebben, behoefte hebben aan een specifieke woonoplossing. Voor gemeenten, zorg- en maatschappelijke instellingen maar ook woningcorporaties is het een uitdaging om ze onderdak te verschaffen. Maar het kan wel, leert de praktijk.
Wat maakt het huisvesten van aandachtsgroepen lastig? Alleen al het kwantificeren van de behoefte vormt een uitdaging. Het kunnen ouderen zijn, maar ook mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap, dak- en thuislozen of bewoners van een blijf-van-mijn-lijfhuis. Ook arbeidsmigranten, studenten, woonwagenbewoners en statushouders vallen er onder. Voor die groepen is het belangrijk om zelfstandig te kunnen wonen en de regie te houden over hun eigen leven. De woningen moeten betaalbaar zijn, want mensen met een zorgvraag hebben vaak een laag inkomen. Soms is er sprake van schulden.
De gemeente heeft een belangrijke rol in deze opgave. Ze bouwt zelf geen huizen, maar moet samenwerken met woningcorporaties, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Wie komt waar te wonen? En welke gemeente neemt dat voor zijn rekening? Een aandachtsgroep als studenten wordt vrij makkelijk door een universiteitsstad onder zijn hoede genomen, maar onderdak geven aan dak- en thuislozen is voor gemeenten een lastigere puzzel.
Matthijs van Gent
Experteam Huisvesting Aandachtsgroepen, RVO
‘Dat begrip heb je nodig, vooral als gesprekken moeizaam verlopen’
In het zoeken naar de puzzelstukjes speelt de woonzorgvisie een rol. Matthijs van Gent is projectcoördinator van het Expertteam Huisvesting Aandachtsgroepen van de RVO, dat gemeenten en woningcorporaties helpt om samen met zorg- en welzijnsorganisaties afspraken te maken. ‘In veel gemeenten zitten de woonzorgvisies nog in een pril stadium’, aldus Van Gent. ‘Die intensieve samenwerking is op lokaal niveau niet vanzelfsprekend. Met de woonzorgvisie jaag je dat overleg aan. Welke woningen zijn nodig voor welke groepen? En welke woonruimte hebben we al? Dat vertaal je vervolgens naar concrete acties.’
‘Het zijn taaie processen. Je moet het eens zijn over de juiste definities en de juiste aantallen. Je kunt niet zomaar alle getallen op een hoop gooien. Alleen al voor een definitie als jeugd worden verschillende leeftijdscategorieën gehanteerd. Elke partij heeft ook zijn eigen belangen. Daarom wil je dat iedereen die een rol heeft in het proces erbij betrokken is. Dan hoor je waar de ander mee worstelt. Je kunt over en weer uitleggen waar je tegenaan loopt. Dat begrip heb je nodig, vooral als gesprekken moeizaam verlopen. Wat houd je tegen? Wat zit je dwars? En wat heb je nodig?’
Woningcorporaties vinden dat iedereen recht heeft op een woning. Dus ook mensen die hulp nodig hebben bij het vinden van een passende woning en soms extra begeleiding of zorg nodig hebben.
Vrijheid
Een woonzorgvisie is een betrekkelijk nieuw fenomeen, maar Harrie Windmüller, bestuurder BrabantWonen, is enthousiast over de aanpak. ‘Dit zijn vraagstukken die niemand alleen kan oplossen. Bij de ouderenzorg is de opgave zo groot. Het wordt niet alleen onbetaalbaar, we hebben ook de mensen niet om al die ouderen te verzorgen.’
‘We moeten opschuiven van individuele dure zorg naar gemeenschapszorg, zelfredzaamheid, preventie en ondersteunende systemen. Zoals het nu is georganiseerd heb je te maken met allerlei verschillende stelsels: WOZ, zorgverzekeringswet, Wmo. Daarbinnen heeft ieder zijn eigen spelregels en belangen. Samenwerken tussen zorg, woningcorporaties, gemeente, welzijn en zorgverzekeraars is de enige optie.’
Lees door onder de illustratie.
‘In proeftuin Ruwaard, een wijk in Oss, werken we met al die partijen samen om bewoners betere zorg te bieden. Daar zijn we 6 jaar geleden al begonnen met ontschot werken. De partijen die samenwerken, krijgen voor Ruwaard een gezamenlijk budget, afkomstig uit de Wmo-budgetten. We zijn gestart met gezinnen die aan zorg en ondersteuning € 80.000 per jaar kosten. Dat kan gaan om jeugdzorg, schuldhulpverlening, verslavingsproblematiek. We vragen zo’n gezin: Wat wil je? Wat kun je? En wat heb je daarna nog nodig? We hebben de vrijheid om dat geld los van allerlei regels te besteden.’
‘De innovatie zit vooral in hoe je het organiseert’
Je hebt elkaar nodig, beaamt Arjan Kampman, wethouder in Enschede. ‘Als je dilemma’s met elkaar deelt, kun je samen optrekken. Daar plukken bewoners de vruchten van. In de Enschedese wijk De Posten komen veel sociale vraagstukken samen waar wij als gemeente, maar ook zorgpartijen mee te maken hebben. Je ziet aan de ene kant ouderen met dementie die met wat hulp nog zelfstandig kunnen wonen, en aan de andere kant een huisvestingsbehoefte van jongeren.’
‘De rol van de woningcorporatie is cruciaal. Dankzij hen kregen we ouderen zo ver dat ze verhuisden naar een appartement, zodat hun woning vrijkwam voor gezinnen. Die stap namen ze doordat woningcorporatie Domijn garandeerde dat ze in hun wijk konden blijven wonen. Tegelijkertijd zochten we een goede mix van bewoners. We bieden in De Posten jongeren woonruimte, op voorwaarde dat ze een vast aantal uren per week tijd vrijmaken voor de ouderen in hun wijk. Ze helpen met de boodschappen, maken een praatje.’
Geen walk in the park
De samenwerking tussen de verschillende partijen is niet altijd een walk in the park. Windmüller: ‘Zolang je een visie formuleert is er van botsen nog geen sprake. Iedereen begrijpt de urgentie. Maar hoe vertaal je die visie naar de praktijk? Dat is complex. Er is sprake van conflicterende belangen.’
Arjan Kampman
Wethouder Enschede
‘We wilden alles beheersen. Je moet juist loslaten’
‘Degene die in bijvoorbeeld preventie investeert, is misschien niet de partij die er ook het meeste van profiteert. Soms is wonen een onderdeel van de oplossing, soms van het probleem. Misschien kun je door een verhuizing veel geld besparen. In dat geval krijgt iemand voorrang. Dat gaat dwars door de afspraken heen die je met gemeente en huurdersorganisaties hebt gemaakt. Binnen je eigen organisatie zorgt dat voor weerstand. Bijvoorbeeld van een baliemedewerker die dagelijks mensen moet teleurstellen.’
Kampman ziet vooral de synergie. ‘Soms botsen plannen met het beleid van de gemeente. In De Posten wilde men een speelvoorziening, maar als gemeente willen we geen verantwoordelijkheid dragen voor speelvoorzieningen in de openbare ruimte wanneer deze op grond van Domijn staan. Toen heeft Domijn dat deel opgepakt. Als we eerst het beleid van de gemeente Enschede hadden moeten aanpassen, waren we zo anderhalf jaar verder geweest.’
Beweging
Kun je het succes van een lokale pilot vertalen naar een integrale aanpak? Windmüller vindt van wel. ‘Als je met 300 casussen aantoont dat je 30% op personeel kunt besparen door met digitale hulpmiddelen op afstand te werken, dan is het schaalbaar. We voerden deze discussies 20 jaar geleden al. Toen was de technologie er nog niet of het was onbetaalbaar. Nu kun je met een smart watch en een iPad op afstand iemands lichaamstemperatuur meten.’
Aandachtsgroepen in cijfers
Het aantal 75-plussers neemt de komende jaren toe van 1,4 miljoen in 2020 naar 2,6 miljoen in 2040. Toekomstvoorspellingen over de ontwikkeling van andere aandachtsgroepen zijn lastiger. In 2021 waren volgens het CBS 32.000 mensen dakloos. Het gaat om jongeren, vrouwen of mensen die na een scheiding op straat leven. Het aantal statushouders dat een huis krijgt verschilt sterk per jaar. In 2020 kregen 12.000 statushouders een huis, in 2022 waren dat er 29.000. In 2021 woonden er 767.000 arbeidsmigranten in Nederland.
‘Geld is niet meer het probleem. De innovatie zit nu vooral in hoe je het organiseert. Je moet door systemen heen. Verantwoordelijkheden op een andere plek leggen. Het vraagt om sociale innovatie. Die beweging is niet te stoppen.’
Een belangrijke les voor de wethouder is dat je sociale innovatie niet in standaardbeleid kunt vangen. ‘Ieder vraagstuk is uniek’, aldus Kampman. ‘Je moet de mensen in de uitvoering de financiële ruimte geven om met creatieve oplossingen te komen. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze mogen afwijken van standaardafspraken.’
‘De wijkverpleegkundige die in De Posten werkt, indiceert voor de Wmo. Zij signaleert dat iemand een hulpmiddel nodig heeft. Vroeger zei ze: dat moet u melden bij de gemeente. Nu regelt ze het voor iemand. Dat we die Wmo-indicatie als gemeente uit handen geven, vinden we heel eng – wat gaat dat niet allemaal kosten? – terwijl het in de praktijk fantastisch werkt. We wilden alles beheersen. Je moet juist loslaten.’
Op zoek naar succesvolle voorbeelden van woonzorgvisies, woonzorgconcepten en slimme interventies? Neem dan een kijkje op de website van Taskforce Wonen en Zorg.
Of bekijk het overzicht van subsidieregelingen en handreikingen van BZK speciaal bedoeld om corporaties en gemeenten verder te helpen bij de huisvesting van daklozen, mensen uit een opvangsituatie, statushouders en andere aandachtsgroepen.