Volgend artikel
Aedes-Magazine editie 4-2022

Trends

‘EEN BOS GEEFT NIEMAND STRESS’

Architect Daan Bruggink over circulariteit en hergroeibare materialen

5 minuten leestijd


Hij was niet zo goed in scheikunde en kon daarom een studie biologie wel vergeten. Maar architect Daan Bruggink nam zijn liefde voor de natuur wel mee in zijn bouwkunst. De huid van een ijsbeer, de vinnen van een walvis en de structuur van een bos, het zijn slechts een paar van zijn inspiratiebronnen. 

Biofilie – de liefde voor de natuur – is het uitgangspunt bij alle ontwerpen van architect Daan Bruggink. ‘De natuur zit in ons DNA. Niemand raakt gestrest van een bos’, zegt hij. ‘Breng die natuur dan ook terug in je gebouwde omgeving.’

Bruggink doet dat door – vanuit dat biofilische uitgangspunt – natuurlijke materialen te gebruiken, vormen en technieken te hanteren die geïnspireerd zijn op de natuur en door toepassing van biomimicry. Biomimicry is een samentrekking van de Griekse woorden bios (leven) en mimesis (imiteren). Het betekent letterlijk het leven imiteren.

Foto: Sara Donkers

Daan Bruggink is architect en oprichter van ORGA architect, een visionair, avantgardistisch architectenbureau dat zich laat leiden door biofilische principes. In zijn gebouwen draait het om de band tussen mens en natuur. Daan Bruggink stond vijfmaal in de Duurzame 50 van ABN AMRO en op 9 in de Innovatie Top 100 van het MKB. Ook zijn gebouwontwerpen vielen veelvuldig in de prijzen.

Walvisvinnen
‘De biomimicry bestudeert strategieën uit de natuur en gebruikt het genie van de natuur als inspiratie. Neem windmolens’, legt Bruggink uit.

‘Die hebben van die gladde strakke wieken. Maar als je naar de vinnen van een walvis kijkt, zie je dat er allemaal inkepingen en golven in zitten, waardoor de vinnen soepeler door het water glijden. We zouden dus eigenlijk windmolens moeten bouwen met wieken die dezelfde inkepingen en golven hebben als walvisvinnen. Net als in het water neemt ook de luchtweerstand af door golven en inkepingen in de wieken te maken. Ze worden aerodynamischer.’

‘Een boom kan opnieuw groeien, een goudader niet’

‘Of neem de huid van een ijsbeer: die lijkt wit, maar is zwart. Hij wordt overdekt door transparante haren die het zonlicht weerkaatsen, waardoor de huid wit lijkt. De haren zorgen voor isolatie en de zwarte huid houdt de warmte die de ijsbeer produceert beter in het lichaam vast. Een geweldig principe, dat je ook kunt toepassen bij gevelisolatie.’

Van deur naar tafel
Het gebruik van natuurlijke materialen maakt het mogelijk daadwerkelijk circulair te bouwen. ‘Circulariteit is een begrip dat vaak misbruikt wordt. Je kunt oude deuren uit een gebouw gebruiken om er nieuwe tafels van te maken, maar dat is recycling en geen echte circulariteit. Pas als je weet wat je straks met die tafels gaat doen, kun je spreken van circulair bouwen.’

Want dat is waar het om draait, aldus Bruggink. ‘Circulariteit is niets anders dan het sluiten van de kringloop en materialen tot in het oneindige gebruiken. Daarbij zijn 2 aspecten van belang: je moet de bronnen kunnen herstellen en de voorraad kunnen beheren.’

Een boom kan opnieuw groeien
Omdat biologische materialen per definitie hergroeibaar zijn, kun je de bronnen herstellen, legt Bruggink uit. ‘Een boom kan opnieuw groeien, een goudader niet. Maar bronbeheer en voorraadherstel moeten hand in hand gaan.’

‘Baksteen lijkt een biologisch materiaal, maar wordt gemaakt uit klei, die gewonnen wordt in kleiputten in rivieren. Die klei is sediment uit de Alpen. Je kunt die kleiput leeghalen en weer laten volstromen. Zo herstel je de voorraad, maar uiteindelijk zijn de Alpen – je bron – verdwenen.’

‘Van oude deuren nieuwe tafels maken is recycling en geen echte circulariteit’

‘Biologische materialen kun je in principe, bij goed bronherstel en voorraadbeheer, eindeloos gebruiken. Op planten gebaseerde materialen groeien op natuurlijke wijze, nemen CO2 op en ze kunnen na de levensduur van het gebouw weer worden opgenomen in de natuur. Bij technische materialen – metalen, fossiele grondstoffen – is dat allemaal niet het geval.’

Graanstengels zijn een restproduct dat je prima in de bouw kunt gebruiken
Bruggink is dan ook altijd op zoek naar bouwoplossingen waarbij gebruikgemaakt wordt van natuurlijke materialen. ‘Bijvoorbeeld restmaterialen van de landbouw. Graan verbouwen we vanwege de korrel. De stengel is een restproduct dat je uitstekend kunt gebruiken in de bouw: stevig, soepel, duurzaam.’

‘En wat een mooie nieuwe ontwikkeling is: er groeit mycelium, zo’n netwerk van schimmeldraden, in plantaardige reststoffen. Dat blijkt prima isolatiemateriaal te zijn. In de bouw is het gebruik helaas nog niet toegestaan. Ze maken er al wel surfboards van.’

‘Mycelium blijkt prima isolatiemateriaal te zijn’

Plantaardige grondstoffen blijken in zijn algemeenheid uitstekende isolerende eigenschappen te hebben. ‘Voor woningcorporaties is dat goed om te weten. In de jaren 70 en 80 zijn er behoorlijk wat huizen uit de grond gestampt die wel een isolatiebeurt kunnen gebruiken. Je ziet gelukkig dat vaker gekozen wordt voor plantaardige materialen.

‘Bij nieuwbouw is circulair werken gemakkelijker: je kunt bij de bouw al rekening houden met het hergebruik van materialen. Als je ervoor zorgt dat je de materialen altijd weer kunt losmaken van elkaar, kun je die in principe eindeloos gebruiken.’

Duurder = goedkoper
Brugginks uitgangspunten resulteerden tot nu toe in vele bijzondere gebouwen. ‘Soms lijkt het in eerste instantie duurder om biobased te bouwen. Zo ontwierpen wij een biofilische tandartspraktijk (zie de foto's verderop in dit artikel). De tandarts had gehoord van het concept van de healing environment en wilde zijn patiënten behandelen in een gezondere en natuurlijker omgeving.

‘De kosten voor de bouw waren hoger dan voor een standaard praktijk. Maar die kosten waren heel snel terugverdiend: er was veel minder ziekteverzuim onder de medewerkers, ze kwamen wat eerder op hun werk, er waren minder personeelswisselingen en de behandeltijd ging omlaag, waardoor ze meer patiënten konden behandelen.’

- Lees verder onder de foto's -

Bouwmateriaal lokaal verbouwen
Samen met enkele andere architectenbureaus won ORGA architect – Brugginks bureau – de prijsvraag Een nieuwe Bouwcultuur, uitgeschreven door de Rijksbouwmeester. Het plan, getiteld Een nieuwe Oogst, behelst de biobased en natuurinclusieve bouw van honderden woningen. Een aanzienlijk deel van het bouwmateriaal is lokaal te verbouwen en te oogsten op een manier die bijdraagt aan de biodiversiteit en een gezonde bodem.

‘Een gemiddelde woning bestaat voor ongeveer 60% uit isolatiematerialen’

Een sleutelrol is weggelegd voor materialen als hout, hennep, vlas, lisdodde, bamboe, stro en zeewier. Daarbij wordt vooral ingezet op de productie van natuurlijke isolatiematerialen. Tel uit je winst: een gemiddelde woning bestaat voor ongeveer 60% uit isolatiematerialen. Het project biedt lokale boeren bovendien de gelegenheid om te verduurzamen.

Is dit de toekomst? ‘Nee, er zit nog veel meer in het vat’, verzekert Bruggink. ‘Wageningen University doet proeven met kweekhout, zoiets als kweekvlees. Je kweekt daarbij in een laboratorium hout uit een paar plantaardige cellen, waardoor bronherstel een eitje wordt. Maar zover is het nog niet, hoor.’

Kijk ook eens op Aedes.nl. Daar vind je bij het onderwerp Verduurzaming meer informatie en praktijkvoorbeelden over circulair bouwen.

Ook op de website van Groene Huisvesters vind je voorbeelden van circulair werken.
Met andere brancheverenigingen werkt Aedes samen in Lenteakkoord 2.0 aan het verankeren van circulair industrieel bouwen in de praktijk.

Tekst: Els Mannaerts