Praktijk

‘Hier heb ik zó naar uitgekeken’

Een huis voor een statushoudergezin

  5 minuten leestijd

Een goede start voor statushouders is de gezamenlijk verantwoordelijkheid van gemeenten, woningcorporaties en welzijnsorganisaties. Hoe werkt dat in de praktijk? Het verhaal van de Syrische Reemy (41) die vanuit de noodopvang met haar kinderen een woning kreeg bij Woonpartners in Helmond.

Van de woningen die woningcorporaties jaarlijks toewijzen, gaat gemiddeld tussen de 5% en 6% naar statushouders. In 2023 moest de gemeente Helmond 257 (individuele) statushouders huisvesten. Dat komt neer op ongeveer 90 woningen. Ze werken er hard aan, samen met de woningcorporaties en gemeenten uit de regio.

Wethouder Gaby van den Waardenburg: ‘Statushouders huisvesten zien we niet alleen als een taakstelling vanuit het Rijk, maar ook als onze morele verantwoordelijkheid. Pas met een dak boven je hoofd kun je een toekomst opbouwen.’ En dus doen ze hun best om in Helmond veel en snel te bouwen. Voor woningzoekenden op de wachtlijst en dus ook voor statushouders.

Wethouder Gaby van den Waardenburg

Gaby van den Waardenburg
wethouder in Helmond

‘Statushouders huisvesten zien we als onze morele verantwoordelijkheid’


Gaby van den Waardenburg: ‘Je kunt lang discussiëren over hoe je de koek verdeelt, maar liever maken we de koek groter.’ De gemeente heeft daarom een budget om woningcorporaties te helpen woningen te realiseren. Ook doet ze mee aan WoonST een pilot conceptueel bouwen, waarbij sociale huurwoningen in de fabriek worden voorbereid. Daardoor bouw je sneller en goedkoper.

Naast een woning zijn goede begeleiding en draagvlak in de buurt belangrijke voorwaarden om werkelijk te kunnen wortelen. Monique Markgraaf, woonmakelaar van Woonpartners: ‘Als we van de gemeente horen welke huishoudens met statushouders we moeten huisvesten, kijken we welk vrijgekomen huis geschikt is, bijvoorbeeld hoeveel slaapkamers er nodig zijn. En ik vraag onze wijkadviseur hoe de verhoudingen zijn in de betreffende straat.’

Reemy, Suhail enTamarah

Reemy Raghmouni (41) en haar kinderen Suhail (9) en Tamarah (11) wonen sinds augustus 2023 in een eengezinswoning van woningcorporatie Woonpartners in Helmond, nadat zij ruim een jaar in de noodopvang woonden. Het wachten is op haar man, voor wie gezinshereniging is aangevraagd. Vrijwilligers van welzijnsorganisatie LEVgroep helpen het gezin met opstarten. Reemy: ‘Ik ga graag bij mensen op bezoek maar heb hier nog weinig contacten.’ In Syrië was Reemy lerares van beroep, daarnaast ontwierp en verkocht ze kinderkleding.

Hectisch sleutelmoment

Waar anderen familie en vrienden kunnen inschakelen bij klussen, verhuizen en inrichten van een nieuwe woning, hebben statushouders die mogelijkheid meestal niet. Ze hebben nauwelijks spullen en moeten na het tekenen van het huurcontract binnen 2 weken de opvang verlaten. Het administratieve regelwerk is onbegrijpelijk voor hen. Hun gezinnen zijn vaak nog niet compleet en ze kampen met stress of trauma. Wat betekent dat voor de eerste opvang in hun woning in een nieuwe buurt?

Reemy duizelde het, de dag dat ze in haar nieuwe huis het huurcontract tekende. Zoveel indrukken. Iemand van Woonpartners gaf uitleg. Reemy: ‘Ze vertelde ook hoe het werkt met de afvalcontainers, maar pas na een paar weken werd mijn groenafval meegenomen. Ik had het steeds in plastic zakjes gedaan tegen de vliegen.’ Monique herkent het: ‘Een verhuizing heeft enorm veel impact en er moet veel geregeld worden, naast de hoeveelheid nieuwe informatie. Daarom overwegen we de informatie op papier te zetten, maar dan is taal en leesvaardigheid vaak een probleem.’

Marco Diederen
coördinator bij welzijnsorganisatie LEV

‘Onze vrijwilligers regelen veel voor een gezin’


Marco Diederen, LEVgroep

Regelzaken aan de balie

Er moet altijd heel veel geregeld worden, zegt Marco Diederen, coördinator van LEV (Leven en Verbinden), een welzijnsorganisatie die met 10 betrokken vrijwilligers de maatschappelijke begeleiding van statushouders verzorgt. Ze vragen een uitkering en een lening voor inrichtingskosten aan, regelen toeslagen en verzekeringen, zoeken een school, een huisarts etc.

‘Na de kennismaking in de woning vinden de contacten verder plaats op het spreekuur op ons kantoor. De vrijwilligers kunnen daar makkelijker ruggenspraak houden met de professionals.’ Het spreekuur van LEV is alleen bedoeld voor korte vragen, voor ingewikkelder zaken maken ze graag een afspraak. Ook kunnen ze verwijzen naar hun collega’s bij Sociaal Raadslieden of Taalmaatjes.

LEV adviseert waar statushouders goedkoop meubels kunnen kopen, maar gaat niet mee. Geen probleem voor Reemy. Ze is hoogopgeleid en spreekt Engels. En ze had het geluk dat het COA haar verzoek honoreerde voor een woning in Brabant. Zo is ze in de buurt van haar zus en vrienden uit de noodopvang. Een vriend schilderde de muren en een ander hielp haar met verhuizen. ‘Bijna alle meubels heb ik via Marktplaats gekocht’, zegt ze trots.

Lees ook de verhalen van kinderen in de noodopvang op de website van vluchtelingenwerk.

Een goede buur

Op de dag dat Reemy de sleutel kreeg, stelde ze zich samen met de vrijwilligers van LEV voor aan de buren. Aan de ene kant waren de buren niet thuis, aan de andere kant zeiden ze dat ze aan het eten waren. Ook naderhand lukte het niet om contact te krijgen, wel klaagden ze over geluidsoverlast van haar kinderen.

Het maakt Reemy onzeker. ‘Ik wil hen graag uitnodigen of iets lekkers brengen, zoals ik dat in Syrië zou doen. Maar ik weet niet of dat wel kan.’ LEV heeft een visitekaartje waarmee statushouders zich kunnen voorstellen aan de directe buren en hen uitnodigen voor koffie. Maar Marco zegt er eerlijk bij dat het gebruik van het kaartje wat is weggezakt.

Reemy voelt zich nog erg eenzaam als haar kinderen naar school zijn. ‘Het is heel stil hier. In Syrië kwamen de vrouwen van onze flat iedere dag vóór het werk bij elkaar koffie drinken, maar in Helmond heb ik nog geen contacten.’

Het zou Reemy geholpen hebben als er iemand was geweest bij wie ze vanaf het begin kon aankloppen. Een betrokken buur bijvoorbeeld die een gaatje voor haar wil boren of gewoon naar haar wil luisteren. Ze zou zich sneller prettig en veilig voelen en kunnen aarden in de straat.

Reemy
Reemy en Suhail
Reemy, Suhail en Tamarah
Reemy en Tamarah
Sleutelbos in de deur
Tamarah
Reemy en Suhail in de keuken
Tamarah en Suhail
Suhail op de step

Foto's: Goedele Monnens

Welkom in de straat?

Hoe goed de plaatsing en eerste opvang van statushouders in Helmond ook geregeld lijkt, in de uitvoering blijkt er soms toch te weinig inzicht in wie wat doet, en dus vallen er af en toe gaten.

Woonpartners gaat na een aantal weken bij alle nieuwe huurders op huisbezoek. Maar ook zij staan soms voor een dichte deur. Daarom overwegen ze dat te verplaatsen naar het ‘sleutelmoment’, maar voor statushouders is dat al erg druk.

Liesbeth Habraken, wijkadviseur bij Woonpartners: ‘We vinden het belangrijk dat er minstens één moment is waarop we in alle rust met nieuwe bewoners kunnen praten. We onderzoeken nu of we het huisbezoek bij statushouders standaard samen met een buurtcoach van LEV kunnen doen, die kan vertellen over de activiteiten in de buurt.’

Lisebeth Habraken

Liesbeth Habraken
wijkadviseur bij Woonpartners

‘We willen het huisbezoek standaard samen met een buurtcoach van LEV kunnen doen’


Draagvlak in de buurt is een van de randvoorwaarden voor een goede ‘landing’. Dat creëren is volgens Liesbeth een gezamenlijke taak van Woonpartners, gemeente en welzijnsorganisatie LEV. Bij problemen komen zij in actie maar ze werken nog niet initiërend.

Liebeth: ‘Nu corona voorbij is, onderzoeken we hoe we de leefbaarheid in de buurten kunnen vergroten en ontmoeting kunnen stimuleren. Misschien kan Woonpartners of de buurtcoach van LEV een buurtgenoot vragen om te helpen of we doen een oproep voor vrijwilligers. Dat gaan we onderzoeken, we willen echt verbetering op dit punt.’

Een goede moeder én vader

Nu het dak boven hun hoofd er is, werkt Reemy hard aan een nieuwe toekomst. Ze leerde al wat Nederlands in de noodopvang, is begonnen met rijles en doet haar best een goede moeder én vader te zijn voor haar kinderen. Reemy: ‘Ik heb mijn man al bijna 2 jaar niet gezien, ik mis hem. De kinderen bellen hem iedere dag. Als hij hier is, wordt het pas echt ons thuis.’

Bekijk het overzicht van subsidieregelingen en handreikingen van BZK speciaal bedoeld om corporaties en gemeenten verder te helpen bij de huisvesting van aandachtsgroepen zoals statushouders.

Tekst: Clemy de Rooy, foto’s: Goedele Monnens

Wil je elk kwartaal Aedes-Magazine in jouw inbox?

Gerelateerde artikelen