Volgend artikel
Aedes-Magazine editie 3-2022

Achtergrond

Nationale Prestatieafspraken

Aedes-voorziter Martin van Rijn: ‘We hebben nu een gezamenlijke agenda’

5 minuten leestijd

Minister, gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties hebben zich deze zomer gecommitteerd aan Nationale Prestatieafspraken volkshuisvesting. Ambitieuze plannen gekoppeld aan de afschaffing van de verhuurderheffing in 2023. Waarom zijn deze afspraken zo belangrijk?

‘Een historisch besluit. De volkshuisvesting is weer terug.’ Aedes-voorzitter Martin van Rijn stak zijn vreugde niet onder stoelen of banken toen de branchevereniging samen met minister De Jonge (VRO), de Woonbond en de VNG de Nationale Prestatieafspraken ondertekende. Inmiddels concretiseren de partijen deze afspraken. Hoe gaan de corporaties hun opgaven aanpakken? Wat kan Aedes hierin betekenen? En, hoe belangrijk is het dat deze missie slaagt?

Wij kunnen wel, als
De woningmarkt staat voor flinke uitdagingen op het gebied van nieuwbouw, verduurzaming, leefbaarheid en betaalbaarheid. In de Actieagenda Wonen hebben Aedes en 33 andere organisaties vorig jaar aangegeven hoe zij deze problemen willen tackelen en wat zij extra zouden kunnen doen als de verhuurderheffing werd afgeschaft.

Door het afschaffen van de verhuurderheffing per 1 januari 2023 komt er bij corporaties jaarlijks circa € 1,7 miljard aan investeringsruimte vrij. Daar tegenover staan nu bindende Nationale Prestatieafspraken.
- Bekijk het overzicht van de belangrijkste prestatieafspraken op Aedes.nl.
- Of lees de volledige tekst van de Nationale Prestatieafspraken.

Van Rijn: ‘We zijn geswitcht van "wij kunnen niet, want" naar "wij kunnen wel, als". Daarmee kwamen de lichtjes weer terug in ieders ogen. Dit heeft zijn weerslag gekregen in eerst het regeerakkoord en vervolgens in de prestatieafspraken. Het besef is gegroeid dat corporaties deel van de oplossing zijn. Ik ben trots op de brede steun van onze leden. We zeggen met zijn allen: we gaan hiervoor.’

Maar het belang van de afspraken reikt verder, meent Van Rijn. Ze illustreren ook dat het onontbeerlijk is samen te werken met gemeenten, huurders, andere corporaties en de rijksoverheid. ‘We hebben nu een gezamenlijke agenda om de woningcrisis aan te pakken. En er is weer een minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening die de plannen versnelt en regie wil nemen als het stokt.’

Onorthodox
Alle woningcorporaties concretiseren de Nationale Prestatieafspraken nu samen met genoemde partners op regionaal en lokaal niveau. De basis daarvoor ligt er overal al. Eerder hebben corporaties in regioverbanden hun opgaven en middelen in kaart gebracht. Uiteindelijk moeten de afspraken die lokaal en regionaal gemaakt worden samen optellen tot de Nationale Prestatieafspraken.

MARTIN VAN RIJN (Aedes)

‘Corporaties zijn marathonlopers, die niet weglopen als de omstandigheden tegen zitten’ 

Aedes wil in deze vertaalslag een actieve rol spelen. Van Rijn: ‘Stel dat corporaties in de regio zeggen: onze vertaling is zoveel nieuwbouw in de regio en de gemeente zou zeggen: die locaties hebben we gewoon niet. Dan moeten we samen met gemeente, provincie en Rijk kijken: hoe gaan we dat dan wel realiseren?’

Ook wil de branchevereniging samenwerken stimuleren in projectontwikkeling, inkoop en gezamenlijk opdrachtgeverschap. ‘Als je heel veel woningen moet ontwikkelen en elke corporatie doet dat voor zich, dan verdeel je misschien de kennis en kunde niet zo efficiënt. We moeten onorthodox gaan denken over die versnellingsmogelijkheden.’

ZENO WINKELS (Woonbond)

‘In dit akkoord staan flinke stappen om te zorgen dat huren betaalbaarder wordt. Zo krijgen ruim een half miljoen hurende huishoudens met een laag inkomen een huurverlaging en zullen er heel veel woningen worden verduurzaamd zonder dat hier een huurverhoging tegenover staat. Zodat de huurder maximaal profiteert van de lagere energierekening. Tegelijkertijd zal de jaarlijkse huurverhoging de komende jaren onder de loonontwikkeling liggen.’

Lange adem
De Nationale Prestatieafspraken zijn ambitieus. Ligt de lat niet te hoog? Nee, meent Van Rijn. ‘Het kan omdat het moet. Die ambitie is nodig om ervoor te zorgen dat we de woningnood stevig aanpakken.’

Waarmee hij niet wil zeggen dat de opgave eenvoudig is. Hij wijst op de afhankelijkheid van andere partijen, maar ook van economische parameters. Een inflatie van 8% of van 2% scheelt een slok op een borrel; voor een fikse stijging van de bouwkosten geldt hetzelfde. Daarom staan er in het akkoord een aantal disclaimers. ‘Dit is geen eendagsdingetje. We maken afspraken tot 2030. Dus moeten we voortdurend in de gaten houden of we nog op het juiste pad zitten en gaandeweg gaten en obstakels oplossen. Dat vraagt om een lange adem.’

Bekijk de video waarin de ondertekenaars van de Nationale Prestatieafspraken een korte reactie geven.

De belangrijkste afspraken uit de Nationale Prestatieafspraken op een rij:
- Nieuwbouw 250.000 sociale huurwoningen – zo’n 30.000 per jaar
- Verduurzaming 675.000 woningen, a ardgasvrij maken 450.000 woningen
- Huurverlaging naar € 550 voor huishoudens met een inkomen op of onder 120% sociaal minimum
- Huurontwikkeling volgt 3 jaar de loonstijging in plaats van de torenhoge inflatie
- Gratis woningisolatie en jaarlijks € 200 miljoen extra voor woningverbetering
Lees meer op www.aedes.nl/nationale-prestatieafspraken

De conjunctuur, grondposities, lokale verschillen: de uitdagingen zijn talrijk. Wat zijn volgens Van Rijn de grootste uitdagingen? Waar het om nieuwbouw gaat: locaties en procedures, zegt hij resoluut. ‘De tijd tussen plan en oplevering bedraagt in Nederland een jaar of 7. Dat kunnen we ons niet meer veroorloven. We moeten met zijn allen nadenken: hoe kunnen we locaties sneller aanwijzen? Kunnen procedures parallel in plaats van in serie? Hoe kunnen we meer innoveren en standaardiseren? We moeten vereenvoudigen en versnellen. Daar hebben we alle denkkracht voor nodig.’

Het Rijk speelt daarin wat Van Rijn betreft een belangrijke rol. In de Actieagenda Wonen werd niet voor niks gevraagd om een minister die regie kan nemen. ‘Die kan helpen een landelijk overzicht van de woningbouwopgave te maken en vervolgens provincies en gemeenten aan te spreken om die te realiseren. Terug naar wat we vroeger deden.’

Wethouder MARTIJN BALSTER (VNG)

‘De afgelopen jaren is er veel te weinig écht betaalbaar gebouwd, dit vraagt een enorme inhaalslag tot 2030. De grootste opgave voor corporaties en gemeenten is dan ook om te zorgen dat de komende jaren veel sociale huurwoningen toegevoegd worden aan de woningvoorraad, beter verspreid over de stad en de regio’s. Met als doel de gigantische wachttijden voor sociale huurwoningen te verminderen en daarnaast specifieke aandachtsgroepen te kunnen huisvesten: mensen met een zorgverleden bijvoorbeeld.’

Corporaties zijn marathonlopers
Alle provincies voeren samen met gemeenten en corporaties voor 1 oktober een realitycheck uit. Daarin brengen zij de bouwopgave en voorraadontwikkeling tot 2030 in kaart. Aan de hand hiervan maken de minister en de provincies dit najaar concrete afspraken.

Vervolgens is wat Van Rijn betreft goede monitoring essentieel om te kijken of bijstelling en bijsturing nodig is. ‘Corporaties gaan scherp aan de wind varen. Als ik aan de landelijke tafel zit, moet ik weten hoe we ervoor staan en welke knelpunten in welke regio’s spelen.’

Wat denkt Van Rijn zelf: wordt deze krachttoer een succes? Hij heeft er alle vertrouwen in. ‘Corporaties kunnen dit, dat hebben ze al laten zien in het verleden. Door de afschaffing van de verhuurderheffing hebben we meer investeringsmogelijkheden. We hebben de dure plicht om te laten zien hoe we dat geld gebruiken. Er zijn altijd voetangels en klemmen, het zijn nu eenmaal zeer onzekere tijden. Maar juist nu heb je partijen nodig die stabiliteit kunnen brengen, die blijven in wijken en buurten en voor balans kunnen zorgen. Corporaties zijn marathonlopers, verhuurders die blijven, die niet weglopen als de omstandigheden tegen zitten, maar ook dan dingen realiseren. Daar zijn we van.’

Lees meer over de Nationale Prestatieafspraken op Aedes.nl.

tekst: jan smit