Een grote renovatie vraagt veel van bewoners. En de impact van sloop en herhuisvesting is meestal nog groter. Het zijn ingrepen die het thuis van mensen raken. Hoe kunnen corporaties bewoners daarbij ondersteunen? Woongoed Zeist en de Rotterdamse corporatie Havensteder laten zien hoe zij dat aanpakken.
Ruim twee jaar voordat de aannemer startte met de grootschalige renovatie van de L-flat, begon Woongoed Zeist al met een intensieve sociale aanpak van het complex. Bij de bouw 51 jaar geleden, was de L-flat in Zeist de grootste galerijflat van Europa. In de 728 sociale huurappartementen wonen ruim 2.000 bewoners van meer dan 50 nationaliteiten.
In de flat speelden grote sociale problemen, vertelt projectleider Leefbaarheid Mona Balwant. ‘Veel kwetsbare bewoners. Criminaliteit, vervuiling, onderhuur. Alles wat de leefbaarheid kan aantasten, deed zich hier voor. We wilden die problemen inventariseren en aanpakken voordat we met de renovatie startten.’
Kantoortjes in de flat
‘We begonnen laagdrempelig’, zegt wijkconsulent Niels Mutsaers.
‘Samen met de wijkbeheerder ben ik gaan rondlopen. Gewoon praatjes aanknopen.’ Ondertussen hadden
Mutsaers en Balwant al een kantoortje in
een leegstaande woning in de flat betrokken. Geleidelijk aan kregen meer corporatiemedewerkers van
het ‘subteam leefbaarheid L-flat’ hier een werkplek.
‘We zijn laagdrempelig begonnen met praatjes aanknopen, met huisbezoeken bij bewoners kun je niet plompverloren beginnen’
Leefbaarheidsproblemen kan een corporatie echter niet alleen oplossen, zegt Balwant. Vanuit de gemeentelijke buurtaanpak is daarom het Team Voor L-kaar opgericht. In opdracht van de gemeente Zeist functioneert dit als buurtteam tijdens de hele renovatie. De medewerkers hiervan houden sinds vorig jaar ook kantoor in de flat.
Bewoners kunnen er met allerlei vragen terecht: hulp bij het invullen van formulieren, begeleiding bij de opvoeding, of om in contact te komen met andere instanties. De vragen hoeven dus niet over de renovatie te gaan. ‘We willen bewoners vooral het vertrouwen geven dat hun problemen aangepakt worden’, zeggen Balwant en Mutsaers.
En ze hebben dat vertrouwen zien ontstaan. Daardoor is ook de weg vrijgemaakt voor huisbezoeken door de corporatiemedewerkers bij alle bewoners. ‘Daar kun je niet plompverloren mee beginnen’, legt Mutsaers uit. ‘In die gesprekken maken we kennis met onze huurders. Hoe vinden ze het om in de L-flat te wonen? We vragen ook hun mening over de renovatie. Die informatie helpt de aannemer weer om op een warme manier bij de huurder binnen te komen om over de werkzaamheden te praten.’