Zo zwart-wit als ‘de Randstad heeft een groot tekort aan woningen en landelijke gebieden hebben een groot overschot’ is het niet. Ja, er is veel leegstand in niet-randstedelijke regio’s. Maar tegelijkertijd is daar ook een tekort aan bepaalde typen woningen. Hoogleraar Bettina Bock over de toekomst van de Nederlandse woningbouw.
In de Randstad is de woningnood vooral kwantitatief. Hoe is de
situatie in Noord-Nederland?
‘In Noord-Nederland is er voornamelijk een mismatch tussen wat er is en wat mensen zoeken. Enerzijds zijn er veel mensen die prettig wonen. Anderzijds zie je het vreemde fenomeen van leegstand en tegelijkertijd niet vervulde woonwensen. Er staan bijvoorbeeld veel gezinswoningen leeg, terwijl er meer alleenstaanden zijn.’
‘Aantrekkelijkheid wordt voor een belangrijk deel bepaald door bereikbaarheid’
Wat maakt het probleem zo complex?
‘Dat je het op zo veel verschillende niveaus moet aanpakken. Kijk naar verpauperde panden. Die tasten
het straatbeeld aan en ook de leefbaarheid. Dat is een collectief probleem, maar degene die er wat
aan kan doen is een individu. Daarom
is er samenwerking nodig. Tussen gemeenten, particuliere eigenaren en woningcorporaties.’
‘Een mooi voorbeeld is het samenwerkingsverband Kr8, bestaande uit acht Groningse corporaties. Zij hebben hun strategieën op elkaar afgestemd om het woningbestand op peil te houden en te laten voldoen aan de huidige vraag.’
BETTINA BOCK, hoogleraar Bevolkingsdaling en Leefbaarheid voor Noord-Nederland aan de Rijksuniversiteit Groningen
Zij houdt zich bezig met wetenschappelijk onderzoek naar de leefbaarheid en de factoren die leefbaarheid in krimpgebieden bepalen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de kwaliteit van de woonomgeving, vrijkomend onroerend goed, toegankelijkheid van voorzieningen, sociale samenhang en mobiliteit.
Welke mogelijkheden en kansen ziet u voor buitenstedelijke gebieden?
‘Je moet zorgen dat een gebied aantrekkelijk blijft voor de huidige bewoners. Daardoor voelen zij zich gestimuleerd om zich in te zetten voor en te investeren in hun omgeving. Hierdoor maak je het gebied tegelijkertijd aantrekkelijker voor mensen van elders die overwegen om ernaartoe te verhuizen.’
‘En voor bedrijven. Die willen zich vestigen op een plek waar ze werknemers kunnen vinden. Investeren in woningen hoort bij een breder pakket aan investeringen in de leefbaarheid van buitenstedelijk gebied zoals winkels, scholen, medische voorzieningen en sportfaciliteiten.’
Op welke manier profiteren stedelijke gebieden van aantrekkelijke landelijke gebieden?
‘Door corona is er veel interesse in wonen buiten de stad. Die trend is al langer aan de gang, maar
ik denk dat hoe langer de pandemie duurt, hoe belangrijker ruimte en rust worden voor mensen.’
‘We moeten anders gaan nadenken over het voldoen aan de vraag naar woningen’
‘Zij zoeken dus naar aantrekkelijke plekken buiten de stad. Bereikbaarheid bepaalt voor een belangrijk deel die aantrekkelijkheid. Veel plekken met een intercitystation zijn nu heel populair. Zoals een nieuwe wijk in Ede, waar veel mensen uit Utrecht naartoe verhuizen.’
Hoe ziet de toekomstige woningbouw er volgens u uit?
‘De beschikbare ruimte is te beperkt voor alles wat we ermee willen. Dat vraagt om meervoudig gebruik. Dus combinaties van een bepaald soort landbouwproductie met woningen, of een bepaald soort woningen die inpasbaar zijn in de natuur.’
‘Meer combinaties van woningen en bedrijvigheid. Ik denk dat je in de toekomst steeds meer gecombineerde functies zal zien. Kortom: we moeten anders gaan nadenken over het voldoen aan de vraag naar woningen.’
WONINGCORPORATIES NOORD- EN OOST-NEDERLAND: 'ZET SCHEEF WOONBELEID RECHT'
‘Geef ons de ruimte om de regio leefbaar te houden en om letterlijk te kunnen bouwen aan een goede toekomst voor honderdduizenden huurders.’ Dit dringende beroep doen 40 woningcorporaties in Noord- en Oost-Nederland aan Den Haag via hun campagnewebsite. ‘Onze regio heeft te maken met eigen uitdagingen, die vragen om andere oplossingen dan het landelijke beleid dat is gericht op bouwen, bouwen, bouwen.’