Volgend artikel
Aedes-Magazine editie 3-2021

Toezicht

‘Weet waar je samen voor staat, ook in het toezicht’

Het is geven en nemen in de regio

4 minuten leestijd

Corporaties komen in 2030 minimaal 24 miljard euro tekort om alle maatschappelijke opgaven, van meer bouwen tot verduurzaming, te financieren. In de regio willen corporaties elkaar de helpende hand toesteken, maar hoe is nog de vraag. Wat vraagt die regionale samenwerking van het intern toezicht?

Het dossier Vestia is een voorbeeld van onderlinge solidariteit in de sector. De corporatie kwam tien jaar geleden in grote problemen door onder andere de affaire met een veel te grote derivatenportefeuille. Nu kan de corporatie rekenen op steun van een overgrote meerderheid van de corporaties, in het belang van álle huurders.

AEDES: REGIONALE STRATEGIE

Corporaties in het hele land zijn – op initiatief van Aedes – in regionaal verband aan de slag met de resultaten van het onderzoek Opgaven en middelen corporatiesector. Doel van de regionale samenwerking is een gezamenlijke strategie van deelnemende corporaties die elkaar kunnen helpen om de opgaven in de regio te realiseren. Daarnaast blijven corporaties aandringen op een structurele oplossing vanuit het Rijk, benadrukt Aedes-directeur Jeroen Pepers.

Heft in handen
Al is Vestia een uitzonderlijk traject, corporaties hebben elkaar harder nodig dan ooit. Uit onderzoek van Aedes en drie ministeries blijkt dat corporaties in 2030 35 miljard euro tekort komen om alle maatschappelijke opgaven te financieren, van meer bouwen tot de verduurzaming. Het ministerie van Binnenlandse Zaken komt na een herberekening uit op een tekort van minimaal 24 miljard euro, nog steeds een duizelingwekkend hoog bedrag. Zelfs als het toekomstige kabinet de omstreden verhuurderheffing opheft, is het probleem nog niet van tafel. Woningcorporaties nemen daarom zelf het heft in handen door in de regio meer te gaan samenwerken (zie bovenstaand kader).

Meedenken in vroeg stadium
Albert Kerssies, directeur van de Vereniging Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW), ondersteunt die samenwerking. Volgens hem moeten corporaties juist in deze tijd verder kijken dan de opgave en de continuïteit van de eigen organisatie. De regionale verschillen zijn groot: corporaties hebben meer of minder investeringsruimte, ook de opgaven zijn niet overal hetzelfde. Maar Kerssies vindt dat alle commissarissen vanuit hun maatschappelijke rol moeten meedenken over hoe hun corporatie kan bijdragen aan oplossingen in de regio. ‘Doen wat maatschappelijk nodig is, zoals onze VTW-beweging Toezicht met passie dat voorstaat.’

De vraag die elke commissaris zou moeten stellen: ‘Doen wij het maximale?’ 

Eenvoudig is het niet. De grote opgaven en het tekort aan middelen dwingen corporaties tot scherpe strategische keuzes en dat geldt ook voor toezichthouders. Zij staan voor een duivels dilemma: hoe bewaak je de balans tussen betaalbaarheid, beschikbaarheid en duurzaamheid én hoe houd je rekening met toekomstige huurders?

Tijdens de regionale online bijeenkomsten van de VTW over het onderzoeksrapport Opgaven en middelen in 2020 bleek dat sommige commissarissen vooral naar de overheid kijken en risico’s zoveel mogelijk willen mijden. Anderen willen juist scherp aan de wind varen om de maatschappelijke opgaven in de regio zoveel mogelijk aan te pakken.

Illustratie: Curve

Bespreek verschillen
Roel Steenbeek, voorzitter van de VTW-werkgroep Opgaven en middelen (zie kader), vindt de dialoog over de regionale samenwerking essentieel. Daar moet echt het gesprek tussen de raad van commissarissen (RvC)en het bestuur over gaan. ‘De verschillen zijn groot, tussen corporaties én tussen de opgaven in de regio. Toch zou elke toezichthouder de vraag moeten stellen: wat kunnen we zélf doen? Doen wij het maximale? Kijk je alleen naar je eigen huurders en je lokale opgave of staan we als woningcorporaties samen voor een collectieve opgave? Ik denk het laatste. Kijk naar hoe we samen de problemen bij Vestia nu oplossen. We moeten als sector zelfbewust zijn, lef tonen. Ook richting de overheid.’

VTW-WERKGROEP EN MAGAZINE OPGAVEN EN MIDDELEN

De VTW heeft de werkgroep Opgaven en middelen ingesteld waarvan Roel Steenbeek (commissaris bij Staedion en Woonzorg Nederland) de voorzitter is. Samen met Albert Kerssies en Hans Geurts van de VTW buigen 11 VTW-leden zich over de regionale samenwerking van corporaties om zoveel mogelijk maatschappelijke opgaven te realiseren. De werkgroep brengt in kaart wat toezichthouders nodig hebben om het goede gesprek hierover met hun bestuur te voeren, én met collega-toezichthouders van andere corporaties in de regio.
Bekijk het VTW-magazine over dit thema.

Corporaties moeten over hun eigen schaduw heen stappen, zegt Steenbeek. Dat geldt ook voor RvC’s van corporaties. Zij kunnen elkaar regionaal opzoeken om over de dilemma’s van gedachten te wisselen. ‘Sommige commissarissen geven prioriteit aan betaalbaarheid, andere kiezen juist om meer te investeren. En waar ligt je prioriteit in de opgaven? Dat kan per corporatie verschillen. Het één is niet beter dan het andere. Die onderlinge verschillen komen in de regionale samenwerking op tafel. Ga daarover in gesprek, niet alleen met het bestuur, maar ook met collega-toezichthouders in de regio. Vanuit vertrouwen. Het is geven en nemen, net als in het echte leven.’

‘Waar ligt je prioriteit in de opgaven? Dat kan per corporatie verschillen’ 

Praat vroeg mee in RvC
Praat als commissarissen al in een vroeg stadium mee over de regionale samenwerking tussen corporaties (en andere stakeholders), zeggen Steenbeek en Kerssies. ‘De urgentie moet snel op tafel komen, wat zijn de kansen en de risico’s? Als de RvC in een vroeg stadium meepraat, zorgt dat voor een vliegwieleffect.’

Kerssies roept de VTW-leden op om hun verantwoordelijkheid te nemen en niet alleen naar het belang van de eigen organisatie en huurders te kijken. ‘Als je de Woningwet goed leest, vind je dat ook terug. Corporaties zijn samen verantwoordelijk voor het bieden van goede en betaalbare woningen aan álle huurders uit de doelgroep in Nederland. Spreek dat thema een keer goed door als RvC. Als je weet waar je samen voor staat, dan helpt dat om de regionale samenwerking goed in te vullen. Je voorkomt dat eventuele verschillen van inzicht pas later op tafel komen, als het er om spant.’ 

tekst: Lisette Vos