Volgend artikel
Aedes-Magazine editie 3-2021

Achtergrond

Donuts en koplopers in Twente

Hoe 15 corporaties samenwerken in verduurzaming

4 minuten leestijd

Waarom zou je als woningcorporatie zelf het wiel uitvinden, terwijl je collega’s dat al hebben gedaan en jou bovendien graag willen vertellen hoe? Met die gedachte als uitgangspunt werken 15 Twentse corporaties al een jaar of 15 samen in het netwerk WoON Twente. Ook op het gebied van verduurzaming.

‘Aanvankelijk ging het vooral om elkaar ontmoeten en kennis, informatie en ervaring te delen’, zegt Wilma van Ingen, directeur-bestuurder bij Domijn in Enschede en voorzitter van WoON Twente.

‘Maar we merkten dat er steeds meer vraagstukken kwamen waarmee we samen echt verder konden komen dan ieder voor zich. Zoals duurzaamheid, dat een steeds belangrijker onderwerp werd. Daardoor groeide het besef dat we meer zouden moeten samenwerken, waarbij Aedes ook vaak een partner is. Samen ben je misschien soms wat trager, maar uiteindelijk kom je wel verder.’

‘We delen kennis en ervaring op een structurele manier’ 

‘In de werkgroep Duurzaamheid van WoON Twente zitten veel bevlogen mensen’, vult directeur-bestuurder van Woningstichting Tubbergen Hanneke de Rijter aan. ‘Daar kwamen al veel mooie initiatieven en pilots uit voort. Maar die bleven vaak beperkt tot één corporatie. We wilden graag dat anderen ook aanhaakten en zochten een samenwerkingsmodel om de verduurzaming bij alle corporaties gezamenlijk te versnellen.’

Donutmodel
De werkgroep Duurzaamheid van WoON Twente baseert zich op het zogenoemde donutmodel van de Engelse econoom Kate Raworth. Dit beschrijft de maatschappij als een donut. Het model geeft een bandbreedte aan tussen de minimale levensbehoeften van mensen in de binnenste ring van de donut en de maximale ecologische belasting van de planeet in de buitenste. Daartussenin zit de ruimte waarin we kunnen voorzien in de behoeften van iedereen.

Binnen die bandbreedte moet naar passende oplossingen voor verduurzaming worden gezocht. WoON Twente gebruikt het model vanuit het besef dat niet iedere corporatie hetzelfde kan doen en bereiken op het gebied van duurzaamheid. Maar in dit model kan iedereen wel zichtbaar maken wat voor hen binnen de bandbreedte het maximaal haalbare is.

Koplopers, volgers en peloton
WoON Twente vertaalde het donutmodel in een eigen aanpak. Hanneke de Rijter: ‘Op 6 duurzaamheidsthema’s kennen we koplopers, snelle volgers en het peloton. Koplopers pakken een thema als eerste op en steken de meeste tijd en energie in onderzoek en pilots.’

Foto: Jeffrey Wegerink

‘Daarop sluiten de snelle volgers aan en tot slot volgt het peloton, en daarmee de opschaling. De thema’s zijn besparing, opwek, opslag, bewustwording & gedrag, circulariteit en klimaatadaptatie.’

Iedere corporatie kan haar eigen rol pakken. Voor een kleine plattelandscorporatie als Woningstichting Tubbergen (1.000 woningen) heeft het geen zin om iets met warmtenetten te willen, want die heb je alleen in de steden. Maar woninggebonden oplossingen kunnen wel weer goed.

Woningstichting Tubbergen is binnen WoON Twente koploper op het thema besparing. Sinds begin 2019 vervangt de corporatie de cv-ketel door een hybride warmtepomp, in combinatie met zonnepanelen.

‘Doel is om verduurzaming op te schalen en te versnellen’ 

‘Hiermee willen we anderen inspireren’, zegt Hanneke de Rijter. ‘Vroeger was het dan zo dat een andere corporatie op eigen verzoek langskwam om eens te kijken waar we mee bezig waren. Door de nieuwe aanpak is het gemakkelijker om kennis te delen en anderen te laten volgen. Zo delen we kennis en ervaring op een structurele manier.’

Meer impact door delen
Wilma van Ingen: ‘Domijn is al sinds 2008 vrij actief in het verduurzamen van woningen en werkt hierin op Europees niveau samen in INDU-ZERO, een project van 15 organisaties uit 6 landen in de Noordzeeregio. We liepen hiermee echt voor de troepen uit en beseften dat we meer impact zouden maken als we onze kennis en ervaring ook met meer corporaties zouden delen. Daar zijn we nu hard mee bezig.’

Met 15.000 woningen is Domijn een grote speler in de regio. Zo heeft de corporatie op het voormalige Robson fabrieksterrein (zie de foto's bij dit artikel) drie tiny houses gebouwd: wonen, slapen, koken en badderen op 27 vierkante meter. En dat bijna geheel circulair: er is zoveel mogelijk gebruikgemaakt van onderhoudsarme materialen die in de toekomst hergebruikt kunnen worden. Daarnaast zijn er 20 industrieel gebouwde studio’s en 21 verduurzaamde eengezinswoningen neergezet, waarmee het historische Robsonterrein met de oude textielfabriek een mooie nieuwe functie heeft gekregen.

Hechte contacten
Cruciaal voor het model van koplopers, volgers en peloton is de opstartfase, zegt Hanneke de Rijter. ‘Iedereen moet achter de aanpak staan en weten wat er van hen verwacht wordt. In dit proces hebben we veel tijd en energie gestoken. Het leverde niet meteen iets op, maar we zien nu dat het effect heeft gehad.’

TIPS VOOR KOPLOPERS, VOLGERS EN HET PELOTON

Voor wie het koploper-volger-peloton-model goed wil toepassen, hebben Hanneke de Rijter en Wilma van Ingen vier concrete tips:

1. Houd als koploper alle anderen goed op de hoogte van waar je mee bezig bent. Anders kun je de verbinding kwijtraken en is het weer ieder voor zich.

2. Zorg ervoor dat het onderwerp telkens weer op de agenda van de bestuursvergadering staat. Dat vergroot de kans dat gemaakte afspraken daadwerkelijk worden nagekomen.

3. Houd de balans tussen vrijblijvendheid en betrokkenheid goed in de gaten. Er zijn geen verplichtingen en corporaties moeten de ruimte krijgen om dingen op hun eigen manier in te vullen, maar alle partijen moeten wel serieus meedoen.

4. Kijk goed wat past bij je eigen organisatie. Het heeft geen zin om de koploperrol op een bepaald thema te pakken als het onderwerp bij je eigen mensen niet leeft. Bedenk goed of je misschien eerder een snelle volger bent, of zelfs bij het peloton hoort. Iedere rol is van waarde. 

‘Koplopers, volgers en peloton overleggen regelmatig en we zien de bewustwording bij bestuurders, want het thema komt telkens terug in de bestuursvergaderingen. Zo voorkom je dat het alleen iets wordt van de techneuten in je organisatie.’

Ook het bedrijfsleven haakt aan, zegt Wilma van Ingen. ‘Je ziet dat corporaties al met aannemers en andere partijen om tafel gaan voordat de bouw ook maar in zicht is. Om te praten over wensen, marktvraag, duurzaamheid en niet te vergeten betaalbaarheid van woningen.

De Twentse corporaties nemen ook deel in de stichting Pioneering, een netwerk waar tientallen leveranciers, aannemers, overheden en andere partijen in zitten. Doel is om verduurzaming op te schalen en te versnellen. De contacten hier in Twente zijn hecht en dat betaalt zich uit.’  

tekst:  Floris Dogterom